Breendonk 800
  • Begin
  • De voorgeschiedenis
    • Bredendunc onder Poderce
    • Bredendonc in Wildebroec
    • Van Kornelimünster naar Hemiksem
  • De eerste kerk
    • Een afgedwongen recht
    • De kerk in het midden
    • De bouw van de kerk
    • De oprichtingsakte
    • De kerk in 1780
    • De eerste onderpastoor: Franciscus Cools (1780 - 1803)
    • Het dooprecht (1787) >
      • De argumenten
      • De bevolking
      • De toestand van de wegen
      • Breendonk krijgt dooprecht én een tweede onderpastoor
    • De Franse Tijd >
      • Vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid
      • Het geloof in de republiek
      • De Boerenkrijg
      • Kerk te koop
    • De vergroting van de kerk 1855-1859
    • De kerk in de tweede helft van de 19de eeuw
    • De verwoesting van de kerk in 1914 en de noodkerk
  • De huidige kerk
    • De bouw van de kerk
    • Beschrijving van de kerk
  • De eerste pastorij
    • De pastorij in 1780
    • De verbouwingen van 1867
  • De huidige pastorij
  • Het 'canton' Breendonck
    • Dertien wijken
    • 1. Breendonck
    • 2. Rywegh
    • 3. Creeweg
    • 4. Pullaert
    • 5. Moorstraete
    • 6. Wachting
    • 7. Sagestraete
    • 8. Hoogheyde
    • 9. Vurt
    • 10. Palingstraete
    • 11. Suerensop
    • 12. Schaefstraete
    • 13. Moorheyde (Breendonk-Dorp)
    • Ruisbroek in Breendonk
  • Zelfstandige parochie
    • De eerste pastoor: Frans Van den Broeck (1803-1805)
    • De tweede pastoor: Livinus Beeckmans (1805-1817)
    • De derde pastoor: Adrianus Brijs (1817-1826)
    • De vierde pastoor: Petrus Ceuppens (1827-1882)
    • De vijfde pastoor: Joannes Meeus (1882-1899)
    • De zesde pastoor: Ludovicus Bosschaerts (1899-1916)
    • De zevende pastoor: Frans Somers (1916-1951)
    • De achtste pastoor: Alfons Moors (1951 - 1957)
    • De negende pastoor: Paul Mertens (1957-1965)
    • De tiende pastoor: Albert Menten (1965 - 1972)
    • De kosters
    • Drie kerkhoven
  • Zelfstandige gemeente
    • De (vecht)scheiding van Breendonk en Puurs (1804-1836)
    • Eerste poging tot burgerlijke afscheiding (1804)
    • Tweede poging (1819)
    • Derde keer (1822)
    • Vierde verzoek (1832)
    • Vijfde keer, goede keer (1835)
    • Het jaar van de onafhankelijkheid (1836)
    • De financiële nasleep van de splitsing: 1837-1840
  • Langs Breendonkse wegen
    • Het Breendonkse stratenplan in de 21ste eeuw
    • De oudste wegen
    • Het Breendonkse stratenplan in de 19de eeuw
    • Het Breendonkse stratenplan in 1976
    • De staat van de straat >
      • Generaelijk in goeden staet
      • Wegenbouw in de 17de en 18de eeuw
      • Wegenbouw in de 19de en 20ste eeuw
  • Breendonkse waterlopen
    • Breendonkse beken in historisch perspectief
    • Van Leibeek tot Reiloop
  • Onderwijs
    • Eerste onderwijsinitiatieven
    • De gemengde gemeentelijke lagere school (1828-1862) >
      • Achtergrond en bouwplannen
      • De bouw van de school
      • Schoolmeubelen en leermiddelen
      • De verbouwingen van 1862
    • De gemeentelijke lagere jongensschool (1862-1975) >
      • School en gemeentehuis onder één dak (1862-1885)
      • De schoolstrijd en de nieuwe vrije jongensschool (1880-1884)
      • De gemeentelijke lagere jongensschool in de Beenhouwerstraat (1885 -1975)
    • De eerste officiële onderwijzers >
      • Jan Baptiste Steenackers (1816-1832)
      • Antonius Cornelius Drymans (1832-1866)
      • Johannes Amandus Van Droogenbroeck (1856-1857)
      • Henricus Feytens (1866-1869)
      • Carolus Michael Resseler (1869-1885)
    • De vrije meisjesschool en het klooster (1862 - 1975) >
      • Zo ontstond en groeide de meisjesschool (1863-1875)
      • De kleuterschool
      • De beroepsschool
    • De vrije gemengde lagere school (sinds 1975)
  • De arm der wet
    • Van preter tot garde
    • Preters en officieren in het ancien régime (17de-18de eeuw)
    • De Franse tijd en het einde van het ancien régime (1794 – 1815)
    • Veldwachters in de 19de en 20ste eeuw
  • Kasteel Meerhof
  • Het Spaans Kasteel
    • Een hoeve met een exotisch tintje
    • Situering en vroegste geschiedenis
    • Van Hof ter Keuckene tot Spaans Kasteel
    • Het patrimonium
    • De eerste gekende eigenaars
    • De Spaanse connectie
    • De pachters
    • Het nieuwe Keukenhof
  • Historische hoeves
    • De boer, hij ploegde voort
    • De Vissenholhoeve >
      • Inleiding
      • De naam
      • Situering, omvang en structuur >
        • De hoeve in 1668
        • Situering in het hedendaagse landschap
        • De Vissenholhoeve in 1739
        • De hoevegebouwen in de loop der eeuwen
      • De eigenaars >
        • Jan De Sager (tot 1627)
        • De Sint-Bernardsabdij van Hemiksem (1627-1797)
        • De verkoop van de hoeve als ‘zwart goed’ in 1797
        • De familie Tiberghien (1797 – 1851)
        • De verkoop van de hoeve in 1851
        • De familie Hanssens (1851 – 1894)
        • De familie Vincent – Van Cutsem (1894 – 1920)
        • De familie Van den Brande (1920 – 1995)
      • De pachters >
        • De pachtovereenkomst met de St. Bernardsabdij
        • De familie De Wachter (1648-1732) >
          • Joannes De Wachter en Margaretha Van Ingelgem (1648-1690)
          • Petrus De Wachter en Catharina Ceurevelt / Joanna Verhofstadt (1690 – 1732)
        • De familie De Keersmaecker (1732-1837) >
          • Philippus De Keersmaecker en Catharina De Wachter (1732-1775)
          • Petrus De Keersmaecker en Anna Maria Huysmans (1775-1780)
          • Petrus De Keersmaecker en Joanna Catharina De Saegher (1780-1803)
          • Joannes Josephus De Keersmaecker en Maria Elisabeth Janssens (1803-1824)
          • Maria Elisabeth Janssens en Joannes Franciscus De Boeck (1824-1839)
        • De familie De Wit – De Pauw (1839-1845)
        • De familie Van der Perre – Van Doorslaer (1845-1851)
        • De familie Verlinden - Govaerts (1851-1875)
        • De familie Piessens - Tierens (1875-1920) >
          • Petrus Joannes Piessens (1875-1881)
          • Vitalis Tierens en Paulina Piessens (1881-1909)
          • Joannes Josephus Tierens en Francisca Aloysia Tierens (1909-1920)
    • De Robberechtshoeve
    • De Hoeve van Feles >
      • Een hoeve uit de pionierstijd van Breendonk-centrum
      • De Moorheide
      • De eigenaars >
        • De familie Kerremans (1690-1746)
        • De familie Verhoeven (1746-1827)
        • De familie Helman (1827-1839)
        • De familie De Cocq (1839-1975)
        • De familie De Velder (1975-1982)
      • De pachters
    • De hoeve van Kobe Teckes
    • De hoeve Van Winstenhoven
    • De hoeve Willockx
  • Bier hier!
    • Brouwerijen en herbergen in Breendonk
    • Pioniers van het Breendonkse bier >
      • De Tinnen Pot
      • De Drij Koningen
      • Den Hert
      • De Kroon
    • Duvel Moortgat
    • Kroegentocht anno 1900
  • In de wind
    • De windmolen van Breendonk-Dorp
    • De windmolen van de Rijweg
  • Breendonk in de Eerste Wereldoorlog
    • Een klein dorp in de Grote Oorlog
    • Het Fort van Breendonk
    • Augustus 1914
    • De slag van 4 september
    • De Duitse aanval van eind september
    • Breendonk likt zijn wonden
    • De bezettingsjaren
    • Een balling in Breendonk
    • De balans
  • Breendonk in Beeld
    • Foto's straten en gebouwen
    • Foto's pastorij
    • Foto's mensen en groepen
  • Breendonkse filmkronieken
  • Over deze site
  • Links en rechts

Schoolmeubelen en leermiddelen

Op 28 december 1828 maakt meester-timmerman Peeter Joannes Van Kakelbergh uit Puurs in opdracht van het plaatselijke gemeentebestuur een ‘Staet van bekostiging van de meest benodigde meubelen in de school van Breendonck”.

De lijst bevat onder meer zes lessenaars voor de hoogste klas, ieder voor acht kinderen, met drie voetsteunen en vier inktpotten. Daarnaast ook twaalf lessenaars voor de middenklas, ieder voor zes kinderen, met twee voetsteunen en drie inktpotten. Een rekensommetje leert ons dat er dus plaats was voor 120 kinderen: 72 in de ‘middenklas’ en 48 in de ‘hoogste klas’. Of er ook nog een ‘laagste klas’ was en waar die kinderen dan moesten zitten, is niet duidelijk.

Daarnaast voorziet het bestek ook een ‘leesmachine met al de toebehoorten’. Verder ook ‘negen leestafels op carton geplekt’ en ‘het handboekje voor het leesmachine’. Er moet ook een tafel gemaakt worden met een schuif, ‘voor het leesmachine op te stellen’ en tevens ‘twintig letterplanken voorzien van deszelfs letters’. Tot slot ook nog ‘dry borden met twee pilasters ter zijde’.

Dat waren de leermiddelen waarover de onderwijzer destijds beschikte om onze voorouders de beginselen van lezen en schrijven bij te brengen. Het meest tot de verbeelding sprekende voorwerp is natuurlijk de ‘leesmachine’. Die hoorde bij ‘de methode Prinsen’. J. Prinsen, hoofd van de Haarlemse ‘Rijkskweekschool’, introduceerde in 1817 een nieuwe leesmethode. Hij maakte daarbij korte metten met de traditionele spellingmethode waarbij een woord als pop werd uitgesproken als pé-oo-pé, om vervolgens op voor kinderen volstrekt onbegrijpelijke gronden te worden samengevoegd tot ‘pop’. Prinsen pleitte voor de klankmethode. Zijn p was geen scherpe ‘pé’, maar een zacht ploffende klank. Door op die manier met klanken te werken, konden kinderen veel gemakkelijker de juiste verbinding tussen klank en letterteken leggen.

Op de afbeelding hieronder is een leesmachine te zien die werd gebruikt bij de methode Prinsen. Op de kast werden letters geplaatst en aan de kinderen getoond. Eerst moesten ze de klinkers uitspreken, vervolgens de medeklinkers en ten slotte het gehele woord.

Picture
Leesmachine volgens de 'methode Prinseen'.

Verder voorzag Van Kakelbergh ook nog een ‘gegoten stoof’ en een ‘houillebak’. De totale raming voor al het meubilair bedroeg 305 gulden. Maar uiteindelijk bleek hij zelf bereid de hele opdracht uit te voeren voor 250 gulden. Op 31 december 1828 werd dat bod goedgekeurd door de Puurse gemeenteraad. In de loop van 1829 zouden de kinderen van Breendonk dus in de ‘beste’ omstandigheden naar school kunnen gaan.

(ga verder)
(Zie ook : de eerste onderwijzers)

Aangestuurd door Maak uw eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.