Brouwerij Den Hert
De oorspronkelijke kern van Breendonk werd gevormd door wat we nu de Breendonkstraat noemen (onder Willebroek). Tot de bouw van de kerk in 1779 werd alleen dát gehucht Breendonk genoemd. Maar het was wel het grootste en het dichtstbevolkte van de diverse gehuchten die later de parochie en de gemeente Breendonk zouden gaan vormen. Vandaar ook dat het er zijn naam aan heeft gegeven. Ook in het gehucht Breendonk werd uiteraard bier gedronken, en dus gebrouwen.
In januari 1680 kopen Cornelius Van der Wilt en Catharina Van Camp ‘een behuysde hofstede met schuere, stallingen, brouwerye, ketel ende andere alaam, metten gronde, erffne ende toebehoorten, groot een oud bunder, gelegen onder Puers in ’t quartier van Breendonck’. De aankoop gebeurt voor de schepenbank van Puurs en de vorige eigenaars waren Gillis, Jan en Mathys Schellekens en de wezen van Marcus Segers. De hofstede grenst in het oosten aan de straat, ten zuiden aan Peter Van Keersbeek en in het westen en noorden aan Adriaen Siebens. De hoeve heeft op dat moment blijkbaar nog geen naam, of hij wordt alleszins niet vermeld, maar het gaat dus wel degelijk om een hofstede mét brouwerij en vermoedelijk ook een herberg.[1] Cornelius Van der Wilt was de zoon van Hendrik Van der Wilt, de pachter van de Keuckenhoeve.
[1] Schepenbrieven Puurs, 1680 (Bewerking C. Verstrepen, akte nr. 59)
In januari 1680 kopen Cornelius Van der Wilt en Catharina Van Camp ‘een behuysde hofstede met schuere, stallingen, brouwerye, ketel ende andere alaam, metten gronde, erffne ende toebehoorten, groot een oud bunder, gelegen onder Puers in ’t quartier van Breendonck’. De aankoop gebeurt voor de schepenbank van Puurs en de vorige eigenaars waren Gillis, Jan en Mathys Schellekens en de wezen van Marcus Segers. De hofstede grenst in het oosten aan de straat, ten zuiden aan Peter Van Keersbeek en in het westen en noorden aan Adriaen Siebens. De hoeve heeft op dat moment blijkbaar nog geen naam, of hij wordt alleszins niet vermeld, maar het gaat dus wel degelijk om een hofstede mét brouwerij en vermoedelijk ook een herberg.[1] Cornelius Van der Wilt was de zoon van Hendrik Van der Wilt, de pachter van de Keuckenhoeve.
[1] Schepenbrieven Puurs, 1680 (Bewerking C. Verstrepen, akte nr. 59)
De familie Van der Wilt zou verschillende generaties lang blijven brouwen in de Breendonkstraat. Na Cornelius volgde Arnout, die in de fiscale telling van 1702 wordt vermeld, en daarna kwam Jan. Die was getrouwd met Catharina Van Ingelghem en wordt in de telling van 1747 genoemd als ‘tavernier’. Hij werd op 8 oktober 1753 eigenaar ven de herberg/brouwerij, door uitkoop van zijn broer en zuster voor de schepenbank van Puurs.
Op 9 juni 1768 verkopen Jan Van der Wilt en Catharina Van Ingelghem de brouwerij voor 1083 gulden aan Joannes Beeckmans. In de akte wordt het goed omschreven als een ‘behuysde hofstede gestaen ende gelegen binnen Breendonk onder de prochie ende eigendomme van Puers, int geheel groodt met brouwerije ende allen de toebehoorten een oudt bunder salvo justo, gemijnlijck genoemt het houdt huys tot Breendonck Den Hert’.[1] De hofstede Den Hert paalt aan ’s Heerenstraete, de erfgenamen Jan Janssens en Jacobus Van der Wilt.
Joannes Beeckmans was ongehuwd (‘bejaerde jongman’) en het is niet zeker of hij de brouwerij zelf uitbaatte of verpachtte. Bij de volkstelling van 1796 woont hij in bij zijn zuster Catharina Beeckmans en haar man Jan Van Herstraeten, terwijl Dominicus Van der Wilt wordt vermeld als herbergier, gelokaliseerd naast (zijn vader) Jacobus Van der Wilt (zoals hierboven). Wellicht was hij het dus die op dat moment brouwer was in Den Hert. Nog een generatie later, bij de volkstelling van 1814, is Petrus Van der Wilt de brouwer van dienst. Hij is getrouwd met de weduwe Catharina Van Herstaeten – Beeckmans.
Ondertussen is er heel wat veranderd in Breendonk. In 1779 is er een kerk gebouwd op de Moorheide en dat voordien onbelangrijke gehucht ontwikkelt zich van langsom meer tot het echte centrum van de nieuwe parochiegemeenschap. En ook daar bevindt zich een brouwerij.
[1] RAA, OGA, Puurs, goedenissen, inv. 37 (1768)
Ga verder.
Op 9 juni 1768 verkopen Jan Van der Wilt en Catharina Van Ingelghem de brouwerij voor 1083 gulden aan Joannes Beeckmans. In de akte wordt het goed omschreven als een ‘behuysde hofstede gestaen ende gelegen binnen Breendonk onder de prochie ende eigendomme van Puers, int geheel groodt met brouwerije ende allen de toebehoorten een oudt bunder salvo justo, gemijnlijck genoemt het houdt huys tot Breendonck Den Hert’.[1] De hofstede Den Hert paalt aan ’s Heerenstraete, de erfgenamen Jan Janssens en Jacobus Van der Wilt.
Joannes Beeckmans was ongehuwd (‘bejaerde jongman’) en het is niet zeker of hij de brouwerij zelf uitbaatte of verpachtte. Bij de volkstelling van 1796 woont hij in bij zijn zuster Catharina Beeckmans en haar man Jan Van Herstraeten, terwijl Dominicus Van der Wilt wordt vermeld als herbergier, gelokaliseerd naast (zijn vader) Jacobus Van der Wilt (zoals hierboven). Wellicht was hij het dus die op dat moment brouwer was in Den Hert. Nog een generatie later, bij de volkstelling van 1814, is Petrus Van der Wilt de brouwer van dienst. Hij is getrouwd met de weduwe Catharina Van Herstaeten – Beeckmans.
Ondertussen is er heel wat veranderd in Breendonk. In 1779 is er een kerk gebouwd op de Moorheide en dat voordien onbelangrijke gehucht ontwikkelt zich van langsom meer tot het echte centrum van de nieuwe parochiegemeenschap. En ook daar bevindt zich een brouwerij.
[1] RAA, OGA, Puurs, goedenissen, inv. 37 (1768)
Ga verder.