De achtste pastoor: Alfons Moors (1951-1957)
Klik hier om te bewerken.
Pastoor Somers werd in 1951 opgevolgd door zijn onderpastoor Alfons Moors, een man die de Breendonkse parochie haast even lang diende als zijn voorganger, zij het dan vooral als onderpastoor. Pieter Karel Alfons Moors werd op 24 januari 1897 geboren in Antwerpen en op 20 mei 1923 tot priester gewijd in Mechelen. Eind 1922 was hij al leraar geworden in het Sint Jan Berchmanscollege in Diest, maar die bezigheid zette hij stop toen hij op 17 september 1923 onderpastoor werd in Breendonk. Meer dan 27 jaar lang was hij de trouwe assistent van pastoor Somers en sprong hij in waar nodig als de parochieherder weer eens druk in de weer was om een of ander bouwproject of een nieuwe katholieke organisatie uit de grond te stampen.
Op de foto hierboven zien we hem op 39-jarige leeftijd aan het woord tijdens de feestelijke inhuldiging van het Heilig Hartbeeld op het kerkplein in 1936. Alfons Moors was overigens ook zelf een enthousiaste fotograaf, die in de pastorij zelfs een 'donkere kamer' had, waar hij zelf zijn foto's ontwikkelde, vergrotingen maakte, enz.
Op de foto hierboven zien we hem op 39-jarige leeftijd aan het woord tijdens de feestelijke inhuldiging van het Heilig Hartbeeld op het kerkplein in 1936. Alfons Moors was overigens ook zelf een enthousiaste fotograaf, die in de pastorij zelfs een 'donkere kamer' had, waar hij zelf zijn foto's ontwikkelde, vergrotingen maakte, enz.
Klik hier om te bewerken.
Breendonkse jongeren in Geel-Bel in de jaren '30.
In diezelfde periode maakte Alfons Moors zich ook verdienstelijk voor het ontluikende jeugdwerk in Breendonk, onder meer bij de KAJ. Hij trok bijvoorbeeld geregeld met Breendonkse jongeren naar Geel-Bel, een natuurdomein waar zijn broer, priester-leraar Jef Moors, een vakantiehuis had gebouwd. Jef Moors (1908-1980) gaf eerst les in het college van Tienen (1933-1939) en later in de Normaalschool van Mechelen (1939-1946), en werd daarna rector van de Normaalschool in Wijnegem (1946-1964). In de jaren ’30 speelde hij een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de KSA in Vlaanderen. Hij had op een stuk familiegrond in Geel-Bel, waar de familie Moors vandaan kwam, een gebouw voor jongerenkampen opgetrokken dat half in een zandheuvel zat weggestoken.
Daarom kreeg het de naam Malpertuis, naar de ‘burcht’ van Reinaert De Vos in het gelijknamige middeleeuwse verhaal.
Daarom kreeg het de naam Malpertuis, naar de ‘burcht’ van Reinaert De Vos in het gelijknamige middeleeuwse verhaal.
Na de dood van pastoor Somers werd Alfons Moors op zondag 6 mei 1951
feestelijk ingehaald als de nieuwe pastoor van de parochie waar hij al bijna 30
jaar actief was als onderpastoor. Luidens het verslag in Ons Klein-Brabant van
zaterdag 12 mei 1951 was ‘gans de
gemeente in feest, overal wapperden vaandels, was er groenversiering en
prijkten er ontelbare spreuken en welkomsgroeten. Langs D’Hand, aan de
afspanning van Nest Verhoeven, betrad Z.E.H Moors de gemeente, gezeten in een
open koets, met naast zich de Z.E.H.
Deken De Block. Als getuigen zaten in dezelfde erekoets de Eerw. Heren
Joseph Moors, broeder van de gevierde en prof. Aan de Normaalschool te Wijnegem,
en Joseph Somers, neef van de oud-pastoor en prof. aan het Klein-Seminarie te
Mechelen.
In aanwezigheid van de voltallige gemeenteraad, de leden van de C.O.O. en Kerkfabriek, enz. verwelkomde dhr. Burgemeester Snackaert de nieuwe dorpsherder. De inmiddels gevormde optocht werd in de Wachtingstraat in ogenschouw genomen door geestelijkheid en gevolg. In de stoet stapten schoolkinderen, groepen uit de processie en alle maatschappijen en verenigingen der gemeente, met vaandels; in de eerste plaats natuurlijk de muziekmaatschappij St. Leonarduskring. Aan de kerk gekomen, werden de sleutels plechtig overhandigd door Z.E.H. Deken. Door dhr. Van der Auweraer, voorzitter van de Kerkfabriek, werd een korte toespraak gehouden. Hierop volgde dan de plechtige aanstelling tot pastoor, gevolgd door een lof met Te Deum. Volgde dan de officiële ontvangst op het gemeentehuis, met toespraak van Dhr. Burgemeester en tekenen van het gulden boek. In de parochiezaal[1] had ten slotte dan de feestzitting plaats midden de grootste gemoedelijkheid. De Z.E.H. Deken De Block opende de reeks der toespraken. Schoolhoofd Leon Verbruggen sprak in naam van al de schoolkinderen. Kwamen nog aan de beurt: Mej. Roza Beuckelaers, voorzitster van de VKAJ, namens de vrouwelijke parochiale werken; dhr. Richard Maes, voorzitter van de KWB, namens de mannelijke parochiale werken; De heer Ben Verlinden, onderwijzer, namens alle verenigingen en maatschappijen; dhr. Jan Taekels, lid der C.O.O., namens de zieken, gebrekkelijken en ouderlingen. Dhr. Burg. Snackaert sprak nog een laatste woord namens de ganse bevolking. En tenslotte liet de gevierde Z.E.H. Moors zich ontroerd en dankend horen, om zovele spontane blijken van genegenheid zijner parochianen. Zondag 6 mei zal voor Breendonk als een zijner schoonste dagen geboekt blijven. Aan de Z.E.H. Pastoor Moors een nieuwe en vruchtbare zielenoogst op zijn geliefde parochie’.
Helaas overleed pastoor Moors nauwelijks enkele jaren later – op 9 mei 1957 - na een slepende ziekte. Hij was pas 60 jaar oud. “Zijn goedheid en zijn volkse eenvoud maakten hem toch zo gaarne gezien bij iedereen. Gedurende 34 jaren – zijn hele priesterleven – heeft hij lief en leed gedeeld met zijn parochianen, waarmee hij als vergroeid en één geworden was. De zieken vooral lagen hem het dichtst aan het hart, alsof hij een voorgevoelen had dat de Heer hem ook eens – toch zo vroeg nog – met een langdurige en neerdrukkende kwaal zou bezoeken”. Aldus de tekst op zijn doodprentje.
En Ons Klein Brabant meldde op 18 mei 1957: “Onder algemene deelneming van de ganse bevolking werd maandag de Z.E.H. Moors naar zijn laatste rustplaats gedragen. Ieder huisgezin der gemeente had er aan gehouden een laatste hulde te brengen aan deze innig goede herder, die met grenzeloze moed en opoffering zijn laatste dagen aan zijn Schepper opdroeg”.
(Ga verder)
[1] Toen nog in het Patronaat in de meisjesschool.
En Ons Klein Brabant meldde op 18 mei 1957: “Onder algemene deelneming van de ganse bevolking werd maandag de Z.E.H. Moors naar zijn laatste rustplaats gedragen. Ieder huisgezin der gemeente had er aan gehouden een laatste hulde te brengen aan deze innig goede herder, die met grenzeloze moed en opoffering zijn laatste dagen aan zijn Schepper opdroeg”.
(Ga verder)
[1] Toen nog in het Patronaat in de meisjesschool.