Het Breendonkse stratenplan in de 19de eeuw(1)
We mogen ervan uitgaan dat de Breendonkse
wegennet ten laatste tegen het einde van de 18de, begin 19de
eeuw min of meer zijn definitieve vorm heeft gekregen, op enkele later aangelegde
woonwijken, verkavelingen en autostrades na. Met de bovenstaande Vandermaelen-kaart en de toelichting hieronder geven we een overzicht
van de situatie in het midden van de 19de eeuw.
Philippe Vandermaelen (1795-1869) was een cartograaf en
geograaf die in de eerste decennia van de Belgische onafhankelijkheid met zijn ‘Établissement
Géographique de Bruxelles’ talloze kaarten van België maakte. Tussen 1846 en
1854 verscheen zijn "Carte topographique de la Belgique", een
topografische kaart van België op schaal 1:20.000 op 250 folio's. Het was de
eerste globale ‘Belgische’ kaart sinds die van Ferraris in de jaren ’70 van de
18de eeuw. Ze biedt een beter overzicht van de buurtwegen dan de
verzamelkaarten van de Atlassen der Buurtwegen, al zijn die in hun
detailkaarten natuurlijk veel vollediger.
Op de kaart herkennen we zowel het eerder geschetste stratenplan als het hedendaagse. Wat wel opvalt zijn de vele ‘binnenwegen’: de kleine ‘erfdienstbaarheidswegen’, veldwegen, kerkwegen en paden. Vele daarvan zijn vandaag verdwenen of nog alleen in gebruik door landbouwers. Wie kent er nog de Hauwelantsweg, de Tashoringweg of de Doodmansweg?
De namen van die ‘buurtwegen’ verwijzen vaak naar de velden of wijken waar ze doorheen of naartoe leiden. Een overzicht van die velden vinden we op onderstaande kaart.[2]
[1] De inhoud van deze pagina is gebaseerd op diverse bronnen, maar in het bijzonder op Louis Callaert, Van Achterheide tot Zwaluwlaan (2007), Staf Vivijs, Brede Dunc (1981) en Ernest Moeremans, Bijdrage tot de toponymie van Klein-Brabant, Puurs, Oppuurs, Breendonk, Liezele, Ruisbroek (licentiaatsverhandeling, KU Leuven, 1949).
Verder werd onder meer ook gebruik gemaakt van Het Landboek van Puurs van de Sint- Bernardusabdij in Hemiksem (1668-1749), in facsimile uitgegeven door de Vereniging voor Heemkunde in Klein-Brabant, 1984 en ook geïncorporeerd in Houtman, Erik, e.a. Een Kaartboek van de Sint-Bernardsabdij Hemiksem 1666-1671, uitgave Rijksarchief, 2005, de Ferraris-kaart uit 1776, de Gigault-atlas van Puurs (1805), de Vandermaelen-kaart uit 1848, de Atlas der Buurtwegen van Breendonk (1843), zowel de analoge versie (GAP) als de digitale op het Geoloket Buurtwegen van de Provincie Antwerpen, en de Popp-kaart van Breendonk (1863).
Een uitstekend instrument om de vergelijking te maken tussen vroeger en nu is de applicatie 'Reis door de tijd' op Geopunt.be. Daar zijn de vermelde historische kaarten (Ferraris, Atlas der Buurtwegen, Vandermaelen en Popp) eveneens verzameld en digitaal te raadplegen.
[2] Uit Staf Vivijs, Brede Dunc. Een bijdrage aan de geschiedenis van Breendonk, 1981.
Op de kaart herkennen we zowel het eerder geschetste stratenplan als het hedendaagse. Wat wel opvalt zijn de vele ‘binnenwegen’: de kleine ‘erfdienstbaarheidswegen’, veldwegen, kerkwegen en paden. Vele daarvan zijn vandaag verdwenen of nog alleen in gebruik door landbouwers. Wie kent er nog de Hauwelantsweg, de Tashoringweg of de Doodmansweg?
De namen van die ‘buurtwegen’ verwijzen vaak naar de velden of wijken waar ze doorheen of naartoe leiden. Een overzicht van die velden vinden we op onderstaande kaart.[2]
[1] De inhoud van deze pagina is gebaseerd op diverse bronnen, maar in het bijzonder op Louis Callaert, Van Achterheide tot Zwaluwlaan (2007), Staf Vivijs, Brede Dunc (1981) en Ernest Moeremans, Bijdrage tot de toponymie van Klein-Brabant, Puurs, Oppuurs, Breendonk, Liezele, Ruisbroek (licentiaatsverhandeling, KU Leuven, 1949).
Verder werd onder meer ook gebruik gemaakt van Het Landboek van Puurs van de Sint- Bernardusabdij in Hemiksem (1668-1749), in facsimile uitgegeven door de Vereniging voor Heemkunde in Klein-Brabant, 1984 en ook geïncorporeerd in Houtman, Erik, e.a. Een Kaartboek van de Sint-Bernardsabdij Hemiksem 1666-1671, uitgave Rijksarchief, 2005, de Ferraris-kaart uit 1776, de Gigault-atlas van Puurs (1805), de Vandermaelen-kaart uit 1848, de Atlas der Buurtwegen van Breendonk (1843), zowel de analoge versie (GAP) als de digitale op het Geoloket Buurtwegen van de Provincie Antwerpen, en de Popp-kaart van Breendonk (1863).
Een uitstekend instrument om de vergelijking te maken tussen vroeger en nu is de applicatie 'Reis door de tijd' op Geopunt.be. Daar zijn de vermelde historische kaarten (Ferraris, Atlas der Buurtwegen, Vandermaelen en Popp) eveneens verzameld en digitaal te raadplegen.
[2] Uit Staf Vivijs, Brede Dunc. Een bijdrage aan de geschiedenis van Breendonk, 1981.
De
Atlas der Buurtwegen
uit 1843, die – wat het wegennet betreft - in grote mate overeenstemt met die
van Vandermaelen, vermeldt voor Breendonk liefst 50 wegen: 12 straten (‘chemins’),
24 erfdienstbaarheidswegen (‘chemins de servitude’) en 14 paden (‘sentiers’).
Het onderscheid tussen de drie categorieën is niet altijd even duidelijk en soms
worden dezelfde wegen meer dan eens vermeld, naargelang de wijk waarnaar wordt
verwezen. De Atlassen van de Buurtwegen werden opgemaakt in opvolging van de
wet van 10 april 1841. Bedoeling was een inventarisatie te maken van alle
"openbare" wegen en "private wegen met openbare
erfdienstbaarheid". In de periode 1843-1845 werden voor alle gemeenten
leggers, openbare registers, van de buurtwegen opgemaakt. Die zijn de
geschiedenis ingegaan als Atlassen der Buurtwegen. Per gemeente werd een atlas
opgemaakt, ook voor Breendonk dus.
Op de kaart hierboven hebben we een combinatie gemaakt van de twee kaarten: de benaming en nummering van de straten en wegen is ontleend aan de Atlas der Buurtwegen (ABW), maar we hebben ze aangeduid op de kaart van Vandermaelen, die een beter overzicht biedt.
Op de kaart hierboven hebben we een combinatie gemaakt van de twee kaarten: de benaming en nummering van de straten en wegen is ontleend aan de Atlas der Buurtwegen (ABW), maar we hebben ze aangeduid op de kaart van Vandermaelen, die een beter overzicht biedt.
Overzicht van de straatnamen
- Chemin de Breendonck au Hameau de Rijweg: Schaefstraet
- Chemin de Puers à Tisselt: a) Kruysstraet b) Groenstraet
- Chemin de Willebroeck à Londerzeel: a) Breendonckstraet b) Veurt
- Chemin du Hameau De Wolf à Ramsdonk: a) Zavelstraet b) Hoge Dreef c) Bessemstraet
- Chemin du Hameau de Rijweg à celui de Pulaert: Pulaertstraet
- Ancienne Route de Termonde à Malines: a) oude Dendermondse Baen b) Brandstraet
- Chemin du Hameau de Pulaerts à Breendonck: a) Moorstraet b) Groenstraet
- Chemin de celui dit Kruysstraet à la Route Provinciale de Bruxelles à Puers: Wachtingstraet
- Chemin du Hameau dit De Wolf au chemin dit Pataterstraet (Londerzeel): Hoogheydestraet
- Chemin de celui dit Hoogheydestraet à la Route de Termonde à Malines: Jetbergstraet
- Chem. du H. Stompershoek (Liezele) à celui De Veurt: a) Kleynheydestraet b) Hoge Dreef
- Chemin du H. de Breendonckstraet à celui de Stuykberg (Londerzeel): Smoutmolenstraet
- Chemin de servitude de celui dit Schaefstraet au lieu dit Hauwelant: Hauwelantweg.
- CDS et sentier du chemin dit Schaefstraet au Breendonckstraet; Schaefweg
- CDS de celui dit Schaefstraet au lieu dit Vryhals: Vryhalsweg.
- CDS et sentier de celui dit Schaefstraet à celui dit Moorstraet: Jonkerveldweg
- CDS de celui dit Schaefstraet à celui dit Moorstraet: Moerheydeweg
- CDS de celui dit Schaefstraet à celui dit Breendonkstraet: Paepenheyweg
- CDS du Hameau de Breendonckstraet au lieu dit Tashorinck: Tashorinckweg
- CDS du Hameau de Breendonckstraet au chemin dit Schaefstraet: Meerhoefweg
- CDS du chemin dit Groenstraet au lieu dit Schaepveld: Schaepveldweg
- CDS de celui dit Groenstraet à celui dit Hoogedreef: Schommelheystraetje
- CDS de celui dit Wachtingstraet au lieu dit Doodmansveld: Doodmansstraetjen
- CDS de celui dit Zavelstraet au lieu dit Schommeling: Schommelingweg
- CDS et sentier du chemin dit Zavelstraet au Hameau dit Breendonck : Kerkweg
- CDS de celui dit Zavelstraet à la Route Provinciale de Bruxelles à Puers: Sasveldweg
- CDS de celui dit Zavelstraet à celui dit Hoogedreef: Plaskensstraetjen
- CDS et sentier du chemin dit Hogedreef au Hameau dit Breendonckstraet: Steenboschweg
- CDS de celui dit Hoogedreef au lieu dit Steenbosch: Steenboschstraetjen
- CDS de celui dit Groenstraet au lieu dit Steenbosch: Steenboschweg
- CDS et sentier du Hameau dit Breendonckstraet à Breendonck : Kerkweg
- CDS de celui dit Breendonckstraet à la ferme dite Spaensch Kasteel: Peeterstraetje
- CDS de celuit dit Veurt à celui dit Peetersstraetje: Keukenhoefweg
- CDS de celui dit Veurt au lieu dit Groenveld: Groenveldweg
- CDS de celui dit Smoutmolenstraet à celui dit Hoogedreef: Groenveldstraetje
- Chemin de Breendonck au Hameau deRijweg: Kerkhofweg
- Sentier du chemin dit Zavelstraet au Hameau De Wolf : Doodmansweg
- Sentier du Hameau de Pulaerts à Puers: Pulaertsweg
- Sentier du Schaefstraet à la Route Provinciale de Termonde à Malines: Winningweg.
- Sentier du chemin dit Schaefstraet au Hameau de Pulaerts: Jonkerveldweg
- Sentier du Hameau dit Rijweg au chemin dit Breendonckstraet: Meerhoefweg
- Sentier du Hameau dit ’t Hoeksken à celui de Breendonckstraet : Tashorinckweg
- Sentier du chemin dit Moorstraet à celui dit Groenstraet: Schofveldweg
- Sentier du chemin dit Groenstraet au sentier dit Schofveldweg: Groenweg
- Sentier du Wachtingstraet à la Route de Termonde à Malines: Berkweg
- Sentier de celui dit Steenboschweg au Hameau de Hoogheyde: Steenboschkerkweg
- Sentier du Hameau dit Hoogheyde au chemin dit Pataterstraet (Londerzeel): Heydeweg
- Sentier du Hameau dit Breendonckstraet au chemin dit Groenstraet: Paepeweg
- Sentier de celui dit Steenboschweg au moulin de Breendonck: Molenweg
- Sentier du
chemin dit Bessemstraet à celui dit Smoutmolenstraet: Kerreveldweg.
Beschrijving van de straten 1805-1843
1. De Schaafstraat
De benaming Schaafstraat of de oudere vorm Schaeghstraet (zie wijk Schaafstraat) werd oorspronkelijk gebruikt voor de hele verbinding tussen de Rijweg en de Vijfhoek. Pas later, na de bouw van de kerk en het ontstaan van de Breendonkse dorpskern (vanaf einde 18de eeuw), kwam er een nieuwe naam voor het stuk tussen de Vijfhoek en de huidige splitsing tussen de Schaafstraat en de Vrijhalsweg (vroeger Cyriel Verschaevestraat). Dat deel heette achtereenvolgens ‘Nieuwcapel’ (1796), ‘Rue de l’église’ (1814), Dorpsstraat (1847) en Breendonk-Dorp (1978). En ook dat gedeelte was gedurende lange tijd (minstens van 1814 tot 1940) nog eens opgesplitst: het stuk ten zuiden van het gemeentehuis heette Molenstraat (1814) en later Molenheide (1843), het stuk aan de noordkant was de eigenlijke Dorpsstraat. De oorspronkelijke naam ‘scage’ werd voor het eerst vermeld in 1335 en verwees naar een stuk grond tussen de huidige Schaafstraat en Breendonkstraat. De 'scage' of 'schaeghe' was een 'wereldlijk' stuk Ruisbroek in 'geestelijk' Puurs en later Breendonk. Meer daarover leest u hier.
Lange tijd situeerde de grootste bewoningskern van de Schaafstraat zich aan de noordkant, tegen de Rijweg. Een tweede kern bevond zich in de 18de eeuw net ten noorden van het huidige kruispunt van de Schaafstraat en de Cyriel Verschaevestraet. Die buurt werd toen ‘Het Hoeksken’ genoemd. Tot slot stonden er nog een paar huizen - in 1775 niet meer dan een stuk of zes - op de plaats waar zich later ‘Breendonk-Dorp’ zou ontwikkelen: “tusschen het gehugt Breeëndonck en de Moorheyde”, zoals de inwoners zelf de locatie omschreven waar hun nieuwe kerk werd gebouwd. De scherpe bocht in de Schaafstraat ten noorden van de kerk werd in 1937 afgesneden door de nieuwe Cyriel Verschaevestraat (sinds 2020 'Vrijhalsweg'). De Schaafstraat werd in 1848 gekasseid, in 1932 gebetonneerd en later geasfalteerd.
2. De Groenstraat en de Kruysstraet
De Groenstraat (zie wijk Moorstraat & Groenstraat) heette oorspronkelijk Schoorstraete (1602). Die liep van de Wachingstraat tot de Vijfhoek. Het stuk tussen de Wachtingstraat en de Dendermondse Straat heette ‘Cruysstrate’ (1627), naar het kruispunt met die weg naar Dendermonde ofwel naar ‘kruiskapel’ die zich daar op het kruispunt bevond. Het gedeelte ten zuiden van de Leibeek werd soms ook bij de Moorheide gerekend (1814). De benaming Groenstraat is veel recenter (1843) en verwijst naar het landelijke karakter van de weg. Het is een heel algemene straatnaam. Net zoals vele straten in een dorp ‘s’ Herenstraet’ werden genoemd, kregen die buiten het centrum vaak de naam Groenstraat. Tot in de 19de eeuw stonden in de Groenstraat slechts een handvol hofsteden: een viertal in het noorden, tussen het kruispunt en de huidige Wachtingstraat; één even ten zuiden van het veldwegje door de Berckt en nog meer naar het zuiden enkele aan weerskanten van de straat, ter hoogte van de Schommelheyweg (de nu geasfalteerde veldweg tussen Groenstraat en Zavelstraat, zie nr. 22) en de brug over de Leibeek. Die brug werd in het supplement van het Landtboeck van Puers uit 1739 al vermeld als de ‘steene-brugge op de Schoorstraet’. Deze straat was de belangrijkste en kortste verbinding met Kalfort en Puurs. Tot in de 19de eeuw werd ze vaak getroffen door overstromingen en wateroverlast. Dat was een van de aanleidingen voor de Breendonkenaars om een eigen kapel te vragen en zich later los te maken van Puurs. (zie De toestand van de wegen bij de aanvraag van het dooprecht in 1787) De Groenstraat werd in 1872 gekasseid, in 1937 gebetonneerd en in 2003 geasfalteerd.
3. De Breendonkstraat (3a) en de Veurt (3b)
Twee straten die samen deel uitmaken van een belangrijke en van oorsprong Romeinse weg vanuit Brabant (Asse en het land van Grimbergen) naar Rumst (zie hoger), de Rupel en de Schelde.
De Breendonkstraat (zie wijk Breendonk) vormde en vormt de verbinding met Willebroek. Eeuwenlang lag ze helemaal op het grondgebied van Puurs, maar na de grenscorrecties in de Franse tijd (begin 19de eeuw) werd de oostkant deels Willebroek (tot Merkezeel) en deels Tisselt (van Merkezeel tot aan de Vijfhoek). De westkant bleef bij Puurs, later Breendonk. Bij de gemeentefusie van 1977 ging heel de Breendonkstraat ten oosten van de A12 naar Willebroek. Volgens de ‘Rangschikking der wegen van de gemeynte Willebroeck’ (1821) behoorde de Breendonckstraet tot straten van de tweede klasse, die normaal 6 ellen breed moesten zijn (4.2 meter). In 1870 werd ze gekasseid, in 1937 heraangelegd en in 1982 nogmaals vernieuwd.
De Veurt(straat) werd vroeger Paelinckstraat genoemd, terwijl met de naam Veurtweg de huidige Peeterstraat werd aangeduid (zie Veurt en Palingstraat). Het was en is de verbindingsweg naar Londerzeel. Ze werd in 1896 gekasseid en in 1963 heraangelegd in beton.
4.a. De Zavelstraat
De Zavelstraat (zie wijk Zavelstraat) vormt de verbinding tussen de Wachtingstraat en de Hoge Dreef. De naam is mogelijk een verbastering van Sager-straet (1739) of Saegerstraat, een benaming die tot in het begin van de 20ste eeuw werd gebruikt, naast Zavelstraat. De Saegher verwijst daarbij naar een persoonsnaam (zie wijk Wachtingstraat, nr 8 hieronder). Terwijl tijdens het Ancien Regime in de meeste andere wijken van Breendonk vooral de Sint Bernardusabdij van Hemiksem grote stukken grond bezat of belastte, was het in de Zavelstraat het Seminarie van Mechelen dat nogal wat bezittingen had. Er stonden relatief weinig huizen of hofsteden. Alleen in het midden van de straat, voorbij de scherpe bocht naar rechts, bevond zich tegen het einde van de 18de eeuw een wat grotere bewoningskern, op de Ferrariskaart (1776) ‘Hameau Hoeck ten Eyckene’ genoemd. Aan het zuidelijke einde van de Zavelstraat bevond zich nog een kleine bewoningskern: Het Plasken (zie nr. 27 hieronder). Die naam verwijst wellicht naar (vis)putten die er zich in de 18de eeuw bevonden, een gevolg van de een drassige inzinking van de bodem daar ter plekke in vergelijking met de hoger gelegen omgeving. Op de Gigault-kaart is er sprake van ‘Cab.(aret) Het Plasken (een herberg dus).
De Zavelstraat werd in 1890 verhard met macadam en in het midden van de 20ste eeuw geasfalteerd.
4.b. De Hoge Dreef
De Hoge Dreef verbindt de Bessemstraat met de Provincielaan. Ze werd voeger ook wel de Tieselstrate (1612) genoemd of Tisseldreve (1739), omdat ze via de Bessemstraat naar Tisselt leidde. Nog andere namen voor deze lange en vroeger nauwelijks bewoonde straat waren Scheeredreef (1739) – omdat ze Puurs van Londerzeel scheidde – en Langedreef (1836).
4c. Bessemstraat
De Bessemstraat (voor het eerst vermeld in 1602) lag in het verlengde van de Hoge Dreef en liep van het kruispunt van die straat met de Veurtstraat tot aan de hoek van de Peeterstraat met de Beekstraat (momenteel Tisselt). Daar vormde ze de grens tussen Puurs en Ramsdonk. Door de aanleg van de A12 werd de Bessemstraat in de jaren ’30 doormidden gesneden. Momenteel is het gedeelte op het grondgebied Puurs nog slechts een korte doodlopende weg. Aan de overkant van de A12, achter dancing Carré, loopt de Bessemstraat op het grondgebied van Tisselt (Willebroek) verder volgens het oude tracé. De naam verwijst wellicht naar rijshout dat werd gebruikt om bezems te maken. (zie ook: Suerensop)
5. Pullaarstraat
De naam Pullaer werd voor het eerst vermeld in 1323 (zie ook: Pullaert). De Pullaarstraat liep (en loopt) van de wijk Rijweg, meer bepaald vanaf de huidige Lichterstraat, via de wijk Pullaar in de richting van Ruisbroek-Sauvegarde. In de periode van de Breendonkse ‘onafhankelijkheid’ behoorde alleen de westkant van de straat tot aan de brug over de Leibeek (Brabantstraat-Olmstraat) tot Breendonk. De oostkant was Ruisbroek. Er waren een paar grote hofsteden, maar die lagen vooral op Ruisbroeks grondgebied, zoals De Crake. In 1778 'lobbyde' de Puurse burgemeester Joannes De Saegher, die in Pullaar woonde, om de nieuwe kapel die de tiendenheffers na een proces moesten laten bouwen in het zuidoosten van Puurs, hier te doen optrekken. Het lukte hem niet en de kerk werd tussen de wijk Breendonk(straat) en de Moorheide gebouwd, waar ze (of haar opvolger) ook nu nog staat. Als hij zijn slag had thuis gehaald, dan was er wellicht nooit sprake geweest van de parochie of (deel)gemeente Breendonk, maar was het in beide gevallen wellicht Pullaar geweest. De naam Pullaar verwijst naar een drassige, laaggelegen open plek in een bos (laar) met vijver (pul, cfr. poel). Sinds het heraanleggen (afsluiten) van het kruispunt met de N16 heet het stuk tussen Lichterstraat en de gewestweg ‘Neerlichter’.
6a. Oude Dendermondse Baan
6b. Brandstraat
De baan van Mechelen naar Dendermonde was zoals hoger gezegd een van de oudste wegen in onze regio. In de ABW wordt niet verwezen naar de eigenlijke Dendermondse Steenweg (die geen buurtweg was), maar wel naar het oude tracé van die weg op het grondgebied van Breendonk: eeuwenlang liep de baan via de huidige Haagstraat (oostelijke arm) en de Lichterstraat naar de Rijweg en vervolgens verder via de Brandstraat, aan de overkant van de huidige A12 achter het ‘Fort van Breendonk’. De Brandstraat vond net ten noorden van het toenmalige kasteel Meerhof aansluiting bij de Breendonkstraat en liep dan verder naar Willebroek. Daar volgde de weg het tracé van de ook nu nog bestaande ‘Oude Dendermondse Straat’ naar de Vaart. In het begin van de 19de eeuw werd de kronkelige oude weg op vele plaatsen ‘rechtgetrokken’. Zo werd de omweg via de Haag- en Lichterstraat geneutraliseerd door het rechte stuk tot aan de Moorstraat en voorbij de Rijweg volgde de (nieuwe) Dendermondse Straat een meer noordelijke traject dat recht naar Willebroek-centrum en het sas aldaar leidde. In de tijd van de Breendonkse onafhankelijkheid lagen de ‘Oude Dendermondse Baan’ (gedeeltelijk) en de Brandstraat op de grens met respectievelijk Puurs en Willebroek. De Rijweg vormde de grens met Ruisbroek. Na de gemeentefusies van 1977 werd de hele Brandstraat, samen met de rest van Breendonk ten oosten van de A12 bij Willebroek gevoegd. De Dendermondse Baan, vroeger gemeenzaam ‘s Heerenstraete genoemd of Herbaene van Mechelen naer Dermonde (1669) werd in 1825 als een van de eerste wegen in de streek gekasseid (het nieuwe traject dan toch).
7a. Moorstraet
7b. Groenstraet
De Moorstraat of ‘Moerstraete’ (eerste vermelding 1607) volgde hetzelfde tracé als vandaag, en liep van de Rijweg (‘Dendermondse Baan’) of Pullaar naar de Moerheyde, een wat vaag omschreven toponiem dat nu eens werd gebruikt voor de hele gelijknamige wijk en dan weer voor een of meerdere straten of wegen ter plekke. Op het einde van de Moorstraat, waar zich momenteel het brede kruispunt met de Jan Hammeneckerstraat bevindt, lag een plas of waterput[1]. De naam Moorstraat en Moorheide verwijst naar de drassige, ‘moerassige’ bodemgesteldheid. De buurt werd – net zoals de meeste gronden in ‘Breendonk’ – eind 17de eeuw door de Sint Bernardsabdij in cultuur gebracht en de straat zelf werd door dezelfde abdij met bomen beplant in 1734. Er stonden tot ver in de 19de eeuw slechts enkele hofsteden, een viertal aan westzijde van de straat (o.a. de Florival-hoeve) en drie aan de oostkant. De Moorstraat was eeuwenlang een echte ‘slijkstraat’. Ze kreeg pas in 1900 een macadamverharding, maar tot in de tweede helft van de 20ste eeuw liep de Moorstraat nog geregeld onder water, tot de smalle straat in jaren ’70 grondig werd verbreed en verhoogd, en de grachten verdiept.
In de ABW worden de aansluitende straten (de huidige Marollenweg en Beenhouwerstraat) beschouwd als delen van de Groenstraat (7b, zie ook 2b). De huidige Jan Hammeneckerstraat was toen nog een onbelangrijke en onbewoonde veldweg die meestal werd aangeduid als Moorheydeweg. In de ABW wordt hij beschouwd als het laatste stuk van een lange ‘kerkweg’ vanuit de Hoogheide (zie nr. 25).
8. Wachtingstraat
De Wachtingstraat (Zie Wachting) wordt in de ABW omschreven als de verbindingsweg tussen de Kruysstraete en de Provinciale weg van Brussel naar Puurs (huidige Provincielaan). De Kruystraete was het stuk van de (huidige) Groenstraat tussen de Wachtingstraat en de Dendermondse Steenweg.
De naam Waching komt al voor in 1310, als Wachtheijke, en in 1332, als Wachteyke. Judocus Bal heeft het in 1669 in het Landboek van Puurs over de ‘Hoeve te Wachtinck omdat men eertijds in troebele tijden hier omtrent de wacht gehouden heeft onder eenen boom, de Wacht-Eyck genaemt’. Tegelijk zegt hij dat de hoeve “wordt gemeynelijk genoemt ‘De schoonste van sevene’, te weten van seven huysen, die hier omtrent plachte te staen”. Eigenlijk gaat het hier om de Vissenholhoeve, zoals ze in het supplement bij het Landboeck uit 1739 effectief wordt genoemd en zoals ze ook in de overlevering bekendstaat. Dat blijkt voldoende uit de kaarten in het Landboek.
De hofstede – tot in de Franse tijd een pachthoeve van Sint-Bernards - situeerde zich in het begin van de huidige Zavelstraat, aan de westkant van de straat. Tot de jaren ’80 van de vorige eeuw stonden er nog enkele restanten van de muren van de eeuwenoude hofstede overeind. De naam verwijst mogelijk naar de (vis)vijver - ooit waren het er zelfs twee - die zich ook nu nog aan de zuidkant van de Wachtingstraat bevindt, al was er ook een (vis)put op de ‘Grote Heide’ (Hoogheide).
De eigenlijke ‘Wachting’ bevond zich vermoedelijk nochtans niet op die plaats, maar wel op de hoek van de huidige Hoge Dreef (Kerfende genoemd aan de grens met Londerzeel) en de Provinciebaan. Daar lag volgens de kaarten in het Landboeck effectief een veld ‘De Wachtink’ en ernaast het ‘Wachtersveld’. Als de verklaring van de naam door Judocus Bal klopt (‘wachtplaats’) dan is deze locatie op de grens van de Londerzeel en Puurs en aan een belangrijke verbindingsweg vanuit Brussel naar Temse daarvoor inderdaad meer voor de hand liggend dan het Vissenhol. Meer daarover leest u hier.
De Wachtingstraat was dan de (lange) weg van de Groenstraat via de hoeve Het Vissenhol en de ‘Sint-Bernardsdreve’ (een veldweg net ten zuiden van de Vissenholhoeve en verder via huidige Provinciebaan) naar De Wachting. Ook volgens de ABW liep de Wachtingstraat ten zuiden van de hoeve Vissenhol nog verder door tot aan de huidige Provincielaan. Dat stukje van het tracé is in het huidige landschap nog slechts vaag te herkennen als een veldweg. De dreef werd in 1728 door de Sint-Bernardusabdij met bomen beplant. Bij de aanleg van de nieuwe Steenweg in 1837 werd de weg in rechte lijn doorgetrokken tot in het gehucht De Wolf, zodat de gebruikers niet langer de omweg langs de Vissenholhoeve en de Wachtingstraat moesten maken
Soms (bijvoorbeeld op de kaart van Gigault, 1804-1805) kreeg ook de huidige Hoogheide de naam Wachtingstraat. Anderzijds werd de huidige Wachtingstraat soms – bijvoorbeeld in het Landboek - ook de ‘Saegerstraat’ genoemd, mogelijk naar de vele eigendommen die een familie De Saeger er in de 17de en 18de eeuw had. De Wachtinghoeve, alias Vissenholhoeve, werd door Sint Bernaerds trouwens door ‘confiscatie’ in beslag genomen van Jan De Saeger, in het midden van de 17de eeuw. Ook de huidige Zavelstraat werd geregeld ‘Saegerstraat’ genoemd. Mogelijk is de naam ‘Zavelstraat’ zelfs een verbastering van ‘Saegerstraat’.
[1] Land-boek van Pudersse, supplement 1749, facsimile van het kaart boek van de Sint Bernardsabdij in Hemiksem, uitgave Vereniging van Heemkunde in Klein-Brabant, 1984, p. 232
Vissenholhoeve, Zavelstraat en Dreve van Sint Bernaerts (huidige Provincielaan en verdwenen veldweg naar de Vissenholhoeve), Kaartboek van gronden, eigendom van het Seminarie van Mechelen in Puurs, Liezele en Oppuurs. Opgemaakt door landmeter Jacobus Thomas Roelants op basis van metingen uitgevoerd door landmeter Joannes Van Acoleyen, 1739 (ARA)
9. Hoogheydestraet
In de ABW wordt de Hoogheydestraat omschreven als de straat die leidt van het gehucht de Wolf naar de ‘Pataterstraet’ (Londerzeel). Dat is precies het traject dat ze ook vandaag nog volgt. Zoals de naam al aangeeft, loopt ze door de Hooge Heyde – soms ook Groote Heyde genoemd - een van de vele en grote heideachtige terreinen van ‘Breendonk’, die door de Sint-Bernardsabdij in de 17de en 18de eeuw werden ontgonnen. Toch moet er al veel vroeger economische activiteit zijn geweest. Met name het Gasthuis van Kalfort, het ‘hospitium’ aan de brug over de Molenbeek op de weg van Dendermonde naar Mechelen (momenteel parochiehuis van Kalfort), had er al in 1310 hoeve: ‘horreum nostrum apud Wachheyke’ (zie hierboven bij Wachtingstraat). In het Landboek van Puderce uit 1668 is er voor die buurt (tussen Wachtingstraat en Hoogheide) sprake van ‘de Gasthuys hoeve’ en diverse percelen ‘oudt landt’ (reeds lang ontgonnen) behorende tot ‘des Gasthuys Goedt’ of ‘tgoedt van den gasthuyse van Calfort’. Verder stonden er her en der verspreid nog enkele andere hoeves. De naam ‘Hooghe Heijde’ zelf werd voor het eerst vermeld in 1341. De Hoogheidestraat bestaat eigenlijk uit twee in een kruis liggende straten, die momenteel allebei ‘Hoogheide’ heten. Tijdens de periode van de Breendonkse onafhankelijkheid heette de lange noord-zuidstraat (van de Wachtingstraat tot de Pattatenstraat) ‘Achterheide’. De kruisende oost-weststraat (van de huidige Provincielaan tot aan grens met Liezele in het gehucht ‘Stompershoek’) was dan de ‘Hoogheide’. Dat laatste stuk heet in de ABW ‘Kleynheydestraat’ (zie nr. 11a).
10. Jetbergstraet
In het begin van de 19de eeuw was de Jetbergstraat blijkbaar nog een belangrijke verbindingsweg want ze wordt in de ABW vermeld als volwaardige ‘chemin’. Momenteel is het nog slechts een veredelde veldweg voor landbouwvoertuigen, tussen de Hoogheide en de Dendermondse Steenweg, even ten noorden van het kruispunt van de twee Hoogheidestraten. De naam betekent wellicht ‘aardebergstraat’ (jet < jeert = aarde).
In de ABW wordt de Hoogheydestraat omschreven als de straat die leidt van het gehucht de Wolf naar de ‘Pataterstraet’ (Londerzeel). Dat is precies het traject dat ze ook vandaag nog volgt. Zoals de naam al aangeeft, loopt ze door de Hooge Heyde – soms ook Groote Heyde genoemd - een van de vele en grote heideachtige terreinen van ‘Breendonk’, die door de Sint-Bernardsabdij in de 17de en 18de eeuw werden ontgonnen. Toch moet er al veel vroeger economische activiteit zijn geweest. Met name het Gasthuis van Kalfort, het ‘hospitium’ aan de brug over de Molenbeek op de weg van Dendermonde naar Mechelen (momenteel parochiehuis van Kalfort), had er al in 1310 hoeve: ‘horreum nostrum apud Wachheyke’ (zie hierboven bij Wachtingstraat). In het Landboek van Puderce uit 1668 is er voor die buurt (tussen Wachtingstraat en Hoogheide) sprake van ‘de Gasthuys hoeve’ en diverse percelen ‘oudt landt’ (reeds lang ontgonnen) behorende tot ‘des Gasthuys Goedt’ of ‘tgoedt van den gasthuyse van Calfort’. Verder stonden er her en der verspreid nog enkele andere hoeves. De naam ‘Hooghe Heijde’ zelf werd voor het eerst vermeld in 1341. De Hoogheidestraat bestaat eigenlijk uit twee in een kruis liggende straten, die momenteel allebei ‘Hoogheide’ heten. Tijdens de periode van de Breendonkse onafhankelijkheid heette de lange noord-zuidstraat (van de Wachtingstraat tot de Pattatenstraat) ‘Achterheide’. De kruisende oost-weststraat (van de huidige Provincielaan tot aan grens met Liezele in het gehucht ‘Stompershoek’) was dan de ‘Hoogheide’. Dat laatste stuk heet in de ABW ‘Kleynheydestraat’ (zie nr. 11a).
10. Jetbergstraet
In het begin van de 19de eeuw was de Jetbergstraat blijkbaar nog een belangrijke verbindingsweg want ze wordt in de ABW vermeld als volwaardige ‘chemin’. Momenteel is het nog slechts een veredelde veldweg voor landbouwvoertuigen, tussen de Hoogheide en de Dendermondse Steenweg, even ten noorden van het kruispunt van de twee Hoogheidestraten. De naam betekent wellicht ‘aardebergstraat’ (jet < jeert = aarde).
11.a. Kleynheydestraet
11.b. Hoge Dreef
Als Chemin nr. 11 wordt in de ABW de verbinding aangeduid tussen het gehucht Stompershoek (destijds Liezele, net op de grens met Breendonk) naar dat van de Veurt, via de Kleynheydestraat (zie nr. 9) en de Hoge Dreef. Het is een wat vreemde combinatie want beide straten liggen eigenlijk niet in elkaars verlengde. Bovendien werd de Hoge Dreef in de ABW ook al beschreven onder nummer 4b. Het gehucht Stompershoek bestaat uit een klein groepje huizen tussen de Hoogheide (hoofdstraat) en de Patattenstraat. Het behoorde lange tijd tot Liezele en werd door de gemeentefusies van 1977 bij Puurs gevoegd.
12. Smoutmolenstraat
De Smoutmolenstraat was tot in 1964 de officiële naam voor de straat die nu Sint-Jozefstraat heet: de zijstraat van de Veurtstraat richting Stuikberg en Londerzeel-Sint-Jozef. In een smoutmolen werd lijn- en koolzaad tot olie (‘smout’) geplet. De resterende pulp werd verwerkt tot veevoeder. De naam verwijst vermoedelijk naar de ros- of paardenmolen van de familie Maerevoet, die sinds het einde van de 18de eeuw in de nabijgelegen Groenveldweg stond (zie nummer 34). Een 'paardenmolen' was een molen die - heel letterlijk - werd aangedreven door paardenkracht. Al zou de naam ook kunnen verwijzen naar de Topmolen in Londerzeel Sint-Jozef, waar de straat naartoe leidde. De omliggende ‘Grote Heyde’ werd ‘ingebermd’ in 1714 en 1720. Pas in 1913 besloot de gemeenteraad iets te doen aan de slechte kwaliteit van deze weg, die tenslotte in een verbinding voorzag met een buurgemeente. Er werd beslist dat kiezel onvoldoende was als wegbedekking en dat het een kasseiweg moest worden. De oorlog stak daar een stokje voor en uiteindelijk werd er pas in de jaren ’20 en ’30 werk van gemaakt. In 1964 kreeg de straat samen met de Hoge Dreef een betonnen wegdek en een fietspad. En bij de inhuldiging kreeg ze meteen ook haar nieuwe naam: Sint-Jozefstraat.
13. Hauwelantweg
Daarmee hebben we de officiële Breendonkse ‘straten’ in de eerste helft van de 19de eeuw gehad. De overige wegen zijn ‘erfdienstbaarheidswegen’ (‘chemins de servitude’), ‘kerkwegen’ en veldwegen. De eerst daarvan is de Hauwelantweg. Het was een van de vele wegen tussen de Schaafstraat en Rijweg enerzijds en de Breendonkstraat anderzijds: twee grote en belangrijke wijken van Breendonk. Tegenwoordig lopen die verbindingswegen – voor zover ze nog bestaan – allemaal dood op de autoweg A12, maar vroeger lagen hier uitgestrekte velden en landerijen, zoals de Schaghe, het Schalckland, de Brand, de Tashoring, de Papenheibossen en dus ook het ‘Hauwelant’, want dat was de plaats waar de Hauwelantweg naartoe liep. Het ‘Hauwelant’ lag zowat in het midden tussen de Schaafstraat en kasteel Meerhof. De Hauwelantweg bestaat vandaag nog gedeeltelijk en loopt langs het bedrijfsterrein van de firma Haesaerts tot aan de A12. Vroeger liep hij verder door tot aan de noordwestkant van wat nu het bedrijventerrein Femont is om dan naar het noorden af te buigen en aansluiting te vinden bij de Meerhoefweg (zie nr. 41). De naam Hauwelantweg kan verwijzen naar het eeuwenoude onderscheid tussen ‘oud’ land (‘auwelant’) en ‘nieuw’ land (‘nuwelant’ > ‘nauwelant’), dat dateert vanuit de tijd van de tiendenverdeling in de 13de eeuw tussen de abdijen van Kornelimunster en die van Aflligem (zie ‘Van Kornelimunster naar Hemiksem’). De benaming ‘nuwelant’ wordt alleszins al vermeld in 1353.
Op de tweelagige kaart hieronder zien we een fragment van de ABW (grijze lijnen en handgeschreven tekst) waarop een hedendaags stratenplan (gele en witte straten en gedrukte tekst) is geprojecteerd. Het gaat om een stuk van de Schaafsttraat en de Breendonkstraat. We zien ook een aantal vande hieronder beschreven verbindingswegen tussen die twee straten, o.a nr. 13 ,14 ,15, 16, 18, 19 en 20.
11.b. Hoge Dreef
Als Chemin nr. 11 wordt in de ABW de verbinding aangeduid tussen het gehucht Stompershoek (destijds Liezele, net op de grens met Breendonk) naar dat van de Veurt, via de Kleynheydestraat (zie nr. 9) en de Hoge Dreef. Het is een wat vreemde combinatie want beide straten liggen eigenlijk niet in elkaars verlengde. Bovendien werd de Hoge Dreef in de ABW ook al beschreven onder nummer 4b. Het gehucht Stompershoek bestaat uit een klein groepje huizen tussen de Hoogheide (hoofdstraat) en de Patattenstraat. Het behoorde lange tijd tot Liezele en werd door de gemeentefusies van 1977 bij Puurs gevoegd.
12. Smoutmolenstraat
De Smoutmolenstraat was tot in 1964 de officiële naam voor de straat die nu Sint-Jozefstraat heet: de zijstraat van de Veurtstraat richting Stuikberg en Londerzeel-Sint-Jozef. In een smoutmolen werd lijn- en koolzaad tot olie (‘smout’) geplet. De resterende pulp werd verwerkt tot veevoeder. De naam verwijst vermoedelijk naar de ros- of paardenmolen van de familie Maerevoet, die sinds het einde van de 18de eeuw in de nabijgelegen Groenveldweg stond (zie nummer 34). Een 'paardenmolen' was een molen die - heel letterlijk - werd aangedreven door paardenkracht. Al zou de naam ook kunnen verwijzen naar de Topmolen in Londerzeel Sint-Jozef, waar de straat naartoe leidde. De omliggende ‘Grote Heyde’ werd ‘ingebermd’ in 1714 en 1720. Pas in 1913 besloot de gemeenteraad iets te doen aan de slechte kwaliteit van deze weg, die tenslotte in een verbinding voorzag met een buurgemeente. Er werd beslist dat kiezel onvoldoende was als wegbedekking en dat het een kasseiweg moest worden. De oorlog stak daar een stokje voor en uiteindelijk werd er pas in de jaren ’20 en ’30 werk van gemaakt. In 1964 kreeg de straat samen met de Hoge Dreef een betonnen wegdek en een fietspad. En bij de inhuldiging kreeg ze meteen ook haar nieuwe naam: Sint-Jozefstraat.
13. Hauwelantweg
Daarmee hebben we de officiële Breendonkse ‘straten’ in de eerste helft van de 19de eeuw gehad. De overige wegen zijn ‘erfdienstbaarheidswegen’ (‘chemins de servitude’), ‘kerkwegen’ en veldwegen. De eerst daarvan is de Hauwelantweg. Het was een van de vele wegen tussen de Schaafstraat en Rijweg enerzijds en de Breendonkstraat anderzijds: twee grote en belangrijke wijken van Breendonk. Tegenwoordig lopen die verbindingswegen – voor zover ze nog bestaan – allemaal dood op de autoweg A12, maar vroeger lagen hier uitgestrekte velden en landerijen, zoals de Schaghe, het Schalckland, de Brand, de Tashoring, de Papenheibossen en dus ook het ‘Hauwelant’, want dat was de plaats waar de Hauwelantweg naartoe liep. Het ‘Hauwelant’ lag zowat in het midden tussen de Schaafstraat en kasteel Meerhof. De Hauwelantweg bestaat vandaag nog gedeeltelijk en loopt langs het bedrijfsterrein van de firma Haesaerts tot aan de A12. Vroeger liep hij verder door tot aan de noordwestkant van wat nu het bedrijventerrein Femont is om dan naar het noorden af te buigen en aansluiting te vinden bij de Meerhoefweg (zie nr. 41). De naam Hauwelantweg kan verwijzen naar het eeuwenoude onderscheid tussen ‘oud’ land (‘auwelant’) en ‘nieuw’ land (‘nuwelant’ > ‘nauwelant’), dat dateert vanuit de tijd van de tiendenverdeling in de 13de eeuw tussen de abdijen van Kornelimunster en die van Aflligem (zie ‘Van Kornelimunster naar Hemiksem’). De benaming ‘nuwelant’ wordt alleszins al vermeld in 1353.
Op de tweelagige kaart hieronder zien we een fragment van de ABW (grijze lijnen en handgeschreven tekst) waarop een hedendaags stratenplan (gele en witte straten en gedrukte tekst) is geprojecteerd. Het gaat om een stuk van de Schaafsttraat en de Breendonkstraat. We zien ook een aantal vande hieronder beschreven verbindingswegen tussen die twee straten, o.a nr. 13 ,14 ,15, 16, 18, 19 en 20.
14. Schaefweg
De Schaefweg was nog zo’n verbindingsweg tussen de Schaafstraat en de Breendonkstraat. Hij vertrok 100 meter ten noorden van de huidige Storystraat – rechtover huis nummer 53a (de voormalige hoeve Tierens – Van Doorslaer – Cuyckens) - en kwam iets ten noorden van Merkezeel uit op de Breendonkstraat. Het eerste stuk is nog min of meer te traceren in het huidige landschap. De naam heeft dezelfde oorsprong als de gelijknamige straat (zie nr 1).
15. Vryhalsweg
De Vryhalsweg lag aan de andere (westelijke) kant van de Schaafstraat. Hij begon even ten noorden van de Hauwelantsweg (nr 13), kruiste de Jonkerveldweg (nr. 16) en volgde een wat kronkelend tracé naar het zuiden om zo uit te komen bij het Vryhalsveld, waar zich momenteel het gelijknamige sportcentrum bevindt. De naam verwijst mogelijk naar de oorspronkelijke eigenaar van het veld: een ‘vryhals’ is een ‘vrije man’, geen lijfeigene dus. Daarnaast kwam ook de variant ‘Vryle’ voor (1556, WS). In 2020 kreeg de naam een nieuw leven toen hij werd gekozen als nieuw naam voor de vroegere Cyriel Verschaevestraat (zie nr. 1), hoewel die een eindje zuidelijker ligt dan de oorspronkelijke 'Vryhalsweg'.
16. Jonkerveldweg
De Jonkerveldweg ligt ongeveer in het verlengde van de Schaefweg (nr. 14), maar dan aan de westkant van de Schaafstraat. Hij loopt helemaal door tot aan de Moorstraat, doorheen het gelijknamige veld. De (veld)weg bestaat ook nu nog en wordt wel eens de ‘groene weg’ genoemd, een benaming die eveneens eeuwenoud is (eerste vermelding 1601). Hij begint aan huis nummer 53a in de Schaafstraat (de voormalige hoeve Tierens – Van Doorslaer – Cuyckens) en komt in de Moorstraat uit ter hoogte van huis nummer 82. De naam Jonkerveldweg verwijst vermoedelijk naar de oorspronkelijke eigenaar van het veld: een edelman, mogelijk iemand van het naburige kasteel Meerhof. Kwestie van het onderscheid met de naburige ‘Vryhals’ te benadrukken. Vreemd genoeg heet ook weg nr. 40 Jonkerveldweg, al ligt die een heel eindje van nr.16. Wellicht strekte het Jonkerveld zich tot daar uit.
17. Moorheideweg
Weg nummer 17 wordt in de ABW beschreven als een weg van de Schaafstraat naar de Moorstraat. Het was eigenlijk een afsplitsing van weg nr. 36 (zie daar), die begon in de oostelijke bocht van de Dorpsstraat. Momenteel staat daar – aan het paadje naar de Bloemenwijk - het huis van de familie Goossens-Jankowsky (nr. 143), maar tussen 1809 en 1823 bevond zich hier het kerkhof van Breendonk. Vandaar de naam Kerkhofweg voor weg nr. 36, die door de velden helemaal tot aan de Rijweg liep. Na ongeveer 100 meter splitste er een tweede weg naar het westen af, richting Moorstraat. Dat was weg nr. 17. In de ABW wordt die ‘Moorheideweg’ genoemd, een naam die meestal ook gebruikt werd voor de huidige Jan Hammeneckerstraat. Die (weg nr 25) wordt in de ABW met een algemene benaming ‘Kerkweg’ genoemd omdat hij effectief ook het laatste stuk was van de ‘kerkweg’ die vanop de Hoogheide naar de kerk leidde. Hoe dan ook: beide veldwegen (17 en 36) bleven bestaan tot de bouw van de Bloemenwijk in het begin van de jaren ’70. Toen werden ze als straten in de wijk geïncorporeerd. In 1973 kregen ze respectievelijk de naam Tulpenlaan en Rozenlaan. Na de fusies van 1977 werden ze herdoopt tot Lelielaan en Dahlialaan omdat er al een (oudere) Tulpen- en Rozenlaan bestond in de andere deelgemeente Ruisbroek.
18. Paepenheyweg
Weg nummer 18, de Paepenheyweg, liep van de Schaafstraat naar de Breendonkstraat. Hij vertrok op het meest oostelijke punt van de Schaafstraat (momenteel Oude Schaafstraat) en liep door de zogenaamde Paepenheyde (1671) en het Paepenheybosch (1763) naar de Breendonkstraat. Onderweg, even voorbij de huidige A12, kwam hij bijna samen met de iets zuidelijker gelegen ‘Kerkweg’ (nr. 31, zie daar). Daarna liep hij in een rechte hoek naar de Breendonkstraat, waar hij recht tegenover de huidige Baeckelmansstraat uitkwam. Het begin van de Paepenheyweg bestaat nog altijd. In 2016 ontwikkelde de gemeente Puurs er de nieuwe verkaveling Tashorik (zie nr. 19). De naam Paepenhey verwijst naar heide- en bosgrond van de ‘papen’ van de Sint-Bernardsabdij van Hemiksem: de geestelijke ‘heren’ en (groot)grondbezitters van Puurs in het Ancien Régime.
19. Tashorinckweg
Weg nummer 19, de Tashorinckweg, wordt in de ABW beschreven als de weg van de Breendonkstraat naar de Tashorinck. Ook het gedeelte van Tashorinck naar de Schaafstaat heette Tashorinckweg, maar werd in de ABW beschreven als weg nr. 42 (zie verder). Het toponiem Tashorinck (1664) – soms ook als Dorshorinck vermeld (1663) - betekent zoveel als ‘maaiveld op een hoek' (van een straat). In de loop de tijden werden met het toponiem verschillende plaatsen aangeduid. In het ‘Landboek van Puurs’ in 1739 vinden we het terug in de hoek tussen Breendonkstraat en de ‘Schaefstraet’ (nu Breendonk-Dorp) aan de ‘Vijfhoek’. Op de Popp-kaart (1863) ligt het tussen de huidige Oude Schaafstraat, Buisseretlaan en A12. Op die plaats werd vanaf 2016 de nieuwe verkaveling 'Tashorik' ontwikkeld. En in de ABW (1843) is het nog noordoostelijker gesitueerd, tussen de huidige A12 en Breendonkstraat, net ten oosten van de afrit van de A12 naar de N16 richting Mechelen. Daar liep volgens de ABW dus ook de Tashorinckweg, tot aan de Breendonkstraat ter hoogte van Merkezeel. Het was één van de vijf wegen die allemaal ongeveer parallel van de Schaafstraat naar de Breendonkstraat liepen en elkaar gedeeltelijk overlapten; van noord naar zuid: Schaefweg (14), Tashorinckweg (19 en 42), Meerhoefweg (20), Paepenheyweg (18) en Kerkweg (31).
20. Meerhoefweg
Ook weg nummer 20, de Meerhoefweg, liep van de Schaafstraat naar de Breendonkstraat en begon aan het toenmalige gehucht ‘Hoeksken’, zo’n 50 meter ten zuiden van de huidige Storystraat. Het eerste gedeelte is te situeren ter hoogte van de huidige viaduct van de N16 over de A12. De weg liep ietwat kronkelend verder om ter hoogte van het huidige huis nr 310 de Breendonkstraat te bereiken. De naam van de weg verwijst naar het gelijknamige kasteel (Meerhof) of naar de pachthoeve daarvan (Meerhoeve). Toch liep de weg daar niet rechtstreeks naartoe. Dat was wel het geval voor het gelijknamige pad (‘sentier’) nr. 41 (zie daar).
21. Schaepveldweg
Met weg nummer 21, de Schaepveldweg, zitten we in een heel ander deel van Breendonk. De weg liep (en loopt) van de Groenstraat naar het ‘Schaepveld’ en begint net ten noorden van de hoeve van de familie Schelfhout (nr. 78). Het is een korte, rechte weg naar het noordoosten, waar zich het Schaapveld – de naam spreekt voor zichzelf – bevindt, net ten zuiden van de Leibeek. Kort na het begin van de Schaepveldweg splitst zich een andere weg af, die naar de Moorstraat liep en nog gedeeltelijk bestaat: weg nr. 43, de Schofveldweg (zie daar).
Op de meerlagigige kaart hieronder (Atlas Buurtwegen met een projectie erop van het moderne stratenplan) herkennen we de Groenstraat (nr 2), Wachtingstraat (nr 8), Zavelstraat (nr. 4) en Provincielaan. Daarnaast ook een aantal van de kleinere buurtwegen, zoals nr.21, 22, 23, 25, 37 etc.
De Schaefweg was nog zo’n verbindingsweg tussen de Schaafstraat en de Breendonkstraat. Hij vertrok 100 meter ten noorden van de huidige Storystraat – rechtover huis nummer 53a (de voormalige hoeve Tierens – Van Doorslaer – Cuyckens) - en kwam iets ten noorden van Merkezeel uit op de Breendonkstraat. Het eerste stuk is nog min of meer te traceren in het huidige landschap. De naam heeft dezelfde oorsprong als de gelijknamige straat (zie nr 1).
15. Vryhalsweg
De Vryhalsweg lag aan de andere (westelijke) kant van de Schaafstraat. Hij begon even ten noorden van de Hauwelantsweg (nr 13), kruiste de Jonkerveldweg (nr. 16) en volgde een wat kronkelend tracé naar het zuiden om zo uit te komen bij het Vryhalsveld, waar zich momenteel het gelijknamige sportcentrum bevindt. De naam verwijst mogelijk naar de oorspronkelijke eigenaar van het veld: een ‘vryhals’ is een ‘vrije man’, geen lijfeigene dus. Daarnaast kwam ook de variant ‘Vryle’ voor (1556, WS). In 2020 kreeg de naam een nieuw leven toen hij werd gekozen als nieuw naam voor de vroegere Cyriel Verschaevestraat (zie nr. 1), hoewel die een eindje zuidelijker ligt dan de oorspronkelijke 'Vryhalsweg'.
16. Jonkerveldweg
De Jonkerveldweg ligt ongeveer in het verlengde van de Schaefweg (nr. 14), maar dan aan de westkant van de Schaafstraat. Hij loopt helemaal door tot aan de Moorstraat, doorheen het gelijknamige veld. De (veld)weg bestaat ook nu nog en wordt wel eens de ‘groene weg’ genoemd, een benaming die eveneens eeuwenoud is (eerste vermelding 1601). Hij begint aan huis nummer 53a in de Schaafstraat (de voormalige hoeve Tierens – Van Doorslaer – Cuyckens) en komt in de Moorstraat uit ter hoogte van huis nummer 82. De naam Jonkerveldweg verwijst vermoedelijk naar de oorspronkelijke eigenaar van het veld: een edelman, mogelijk iemand van het naburige kasteel Meerhof. Kwestie van het onderscheid met de naburige ‘Vryhals’ te benadrukken. Vreemd genoeg heet ook weg nr. 40 Jonkerveldweg, al ligt die een heel eindje van nr.16. Wellicht strekte het Jonkerveld zich tot daar uit.
17. Moorheideweg
Weg nummer 17 wordt in de ABW beschreven als een weg van de Schaafstraat naar de Moorstraat. Het was eigenlijk een afsplitsing van weg nr. 36 (zie daar), die begon in de oostelijke bocht van de Dorpsstraat. Momenteel staat daar – aan het paadje naar de Bloemenwijk - het huis van de familie Goossens-Jankowsky (nr. 143), maar tussen 1809 en 1823 bevond zich hier het kerkhof van Breendonk. Vandaar de naam Kerkhofweg voor weg nr. 36, die door de velden helemaal tot aan de Rijweg liep. Na ongeveer 100 meter splitste er een tweede weg naar het westen af, richting Moorstraat. Dat was weg nr. 17. In de ABW wordt die ‘Moorheideweg’ genoemd, een naam die meestal ook gebruikt werd voor de huidige Jan Hammeneckerstraat. Die (weg nr 25) wordt in de ABW met een algemene benaming ‘Kerkweg’ genoemd omdat hij effectief ook het laatste stuk was van de ‘kerkweg’ die vanop de Hoogheide naar de kerk leidde. Hoe dan ook: beide veldwegen (17 en 36) bleven bestaan tot de bouw van de Bloemenwijk in het begin van de jaren ’70. Toen werden ze als straten in de wijk geïncorporeerd. In 1973 kregen ze respectievelijk de naam Tulpenlaan en Rozenlaan. Na de fusies van 1977 werden ze herdoopt tot Lelielaan en Dahlialaan omdat er al een (oudere) Tulpen- en Rozenlaan bestond in de andere deelgemeente Ruisbroek.
18. Paepenheyweg
Weg nummer 18, de Paepenheyweg, liep van de Schaafstraat naar de Breendonkstraat. Hij vertrok op het meest oostelijke punt van de Schaafstraat (momenteel Oude Schaafstraat) en liep door de zogenaamde Paepenheyde (1671) en het Paepenheybosch (1763) naar de Breendonkstraat. Onderweg, even voorbij de huidige A12, kwam hij bijna samen met de iets zuidelijker gelegen ‘Kerkweg’ (nr. 31, zie daar). Daarna liep hij in een rechte hoek naar de Breendonkstraat, waar hij recht tegenover de huidige Baeckelmansstraat uitkwam. Het begin van de Paepenheyweg bestaat nog altijd. In 2016 ontwikkelde de gemeente Puurs er de nieuwe verkaveling Tashorik (zie nr. 19). De naam Paepenhey verwijst naar heide- en bosgrond van de ‘papen’ van de Sint-Bernardsabdij van Hemiksem: de geestelijke ‘heren’ en (groot)grondbezitters van Puurs in het Ancien Régime.
19. Tashorinckweg
Weg nummer 19, de Tashorinckweg, wordt in de ABW beschreven als de weg van de Breendonkstraat naar de Tashorinck. Ook het gedeelte van Tashorinck naar de Schaafstaat heette Tashorinckweg, maar werd in de ABW beschreven als weg nr. 42 (zie verder). Het toponiem Tashorinck (1664) – soms ook als Dorshorinck vermeld (1663) - betekent zoveel als ‘maaiveld op een hoek' (van een straat). In de loop de tijden werden met het toponiem verschillende plaatsen aangeduid. In het ‘Landboek van Puurs’ in 1739 vinden we het terug in de hoek tussen Breendonkstraat en de ‘Schaefstraet’ (nu Breendonk-Dorp) aan de ‘Vijfhoek’. Op de Popp-kaart (1863) ligt het tussen de huidige Oude Schaafstraat, Buisseretlaan en A12. Op die plaats werd vanaf 2016 de nieuwe verkaveling 'Tashorik' ontwikkeld. En in de ABW (1843) is het nog noordoostelijker gesitueerd, tussen de huidige A12 en Breendonkstraat, net ten oosten van de afrit van de A12 naar de N16 richting Mechelen. Daar liep volgens de ABW dus ook de Tashorinckweg, tot aan de Breendonkstraat ter hoogte van Merkezeel. Het was één van de vijf wegen die allemaal ongeveer parallel van de Schaafstraat naar de Breendonkstraat liepen en elkaar gedeeltelijk overlapten; van noord naar zuid: Schaefweg (14), Tashorinckweg (19 en 42), Meerhoefweg (20), Paepenheyweg (18) en Kerkweg (31).
20. Meerhoefweg
Ook weg nummer 20, de Meerhoefweg, liep van de Schaafstraat naar de Breendonkstraat en begon aan het toenmalige gehucht ‘Hoeksken’, zo’n 50 meter ten zuiden van de huidige Storystraat. Het eerste gedeelte is te situeren ter hoogte van de huidige viaduct van de N16 over de A12. De weg liep ietwat kronkelend verder om ter hoogte van het huidige huis nr 310 de Breendonkstraat te bereiken. De naam van de weg verwijst naar het gelijknamige kasteel (Meerhof) of naar de pachthoeve daarvan (Meerhoeve). Toch liep de weg daar niet rechtstreeks naartoe. Dat was wel het geval voor het gelijknamige pad (‘sentier’) nr. 41 (zie daar).
21. Schaepveldweg
Met weg nummer 21, de Schaepveldweg, zitten we in een heel ander deel van Breendonk. De weg liep (en loopt) van de Groenstraat naar het ‘Schaepveld’ en begint net ten noorden van de hoeve van de familie Schelfhout (nr. 78). Het is een korte, rechte weg naar het noordoosten, waar zich het Schaapveld – de naam spreekt voor zichzelf – bevindt, net ten zuiden van de Leibeek. Kort na het begin van de Schaepveldweg splitst zich een andere weg af, die naar de Moorstraat liep en nog gedeeltelijk bestaat: weg nr. 43, de Schofveldweg (zie daar).
Op de meerlagigige kaart hieronder (Atlas Buurtwegen met een projectie erop van het moderne stratenplan) herkennen we de Groenstraat (nr 2), Wachtingstraat (nr 8), Zavelstraat (nr. 4) en Provincielaan. Daarnaast ook een aantal van de kleinere buurtwegen, zoals nr.21, 22, 23, 25, 37 etc.
22.
Schommelheystraetje
Het Schommelheystraetje – momenteel ook wel bekend als ‘Zwarte Weg’ is ook nu nog een veel gebruikte ‘trage weg’, tussen de Groenstraat en de Zavelstraat, al gaat hij volgens de ABW door tot op de Hoge Dreef. Hij loopt dwars door de velden van de Heischommelingen (1663), de Steenbossen (1607) en het Dodemansveld (1604) en wordt door verschillende andere buurtwegen gekruist, o.a. nr. 25 (‘Kerkweg’) en 46 (‘Steenboschkerkweg’). ‘Schommelen’ is een oud woord voor ‘schoonmaken’, vandaar ook ‘ontginnen’. De Heischommelingen is dus de bewerkte grond op de heide.
23. Doodmanstraetjen
Weg nummer 23, het Doodmansstraetjen, liep en loopt van de Wachtingstraat naar het gelijknamige Doodmans- of Dodemansveld, via de hoeve van de familie Van Opstal (Wachtingstraat nr. 5.). Het huidige traject is nog grotendeels hetzelfde als het oude, maar tot in de 19de eeuw bevonden zich verder op de (veld)weg nog een paar huizen. De weg loopt ‘dood’ in de landerijen, maar dat is niet de verklaring van de naam. Die moeten we wellicht zoeken in de betekenis van het woord ‘dodeman’: een dwarshout bij een afsluiting van een terrein, een verwijzing naar een afpaling dus van het veld in kwestie. Nog een andere betekenis van ‘dodeman’ is: een man die niet werd betaald voor zijn arbeid. Bijvoorbeeld omdat die werkuren een vorm van belasting of pachtvergoeding waren. Dat soort ‘dodemansarbeid’ kwam vroeger geregeld voor in pachtcontracten. Het Dodemanstraetjen sluit aan bij de Dodemansweg (nr. 37), die vanuit de Zavelstraat naar de Groenstraat liep (zie verder). In de 17de en 18de eeuw werd het Dodemansveld ook het ‘Hoeveheyken’ genoemd, waarbij geregeld werd verwezen naar een verdwenen hoeve die zich daar ooit had bevonden. In het ‘Landboek van Puurs’ wordt gemeld dat de weg in 1740 met eiken werd beplant.
24. Schommelingweg
Weg nummer 24, de Schommelingweg, was en is een vrij korte weg vanuit de Zavelstraat (momenteel vertrekkend tussen de huizen met nummers 5 en 7) in de richting van de al vermelde ‘Schommeling’ (zie nr. 22). Na ongeveer 50 meter splits(te) weg nr. 25 (Kerkweg, zie hierna) zich af van de Schommelingweg. Die laatste liep enkele honderden meters verder dood in het veld. Tegenwoordig heeft hij een verlenging gekregen, die zuidwestwaarts weer naar de Zavelstraat leidt.
25. Kerkweg
Weg nummer 25, met de wat algemene en niet onderscheidende naam Kerkweg, splitste zich zoals hierboven vermeld af van weg nummer 24. Om meer precies te zijn: eigenlijk vertrok weg 25 op de Hoogheide. Hij liep door de velden, kruiste de huidige Provincielaan én Zavelstraat en viel vervolgens een eindje samen met weg 24. Na hun splitsing ging weg 25 via een kronkelig tracé verder door de landerijen van het Dodemansveld en de Schommelheide, kruiste weg nummer 22 (Schommelheystraetjen) en kwam uiteindelijk uit aan het kruispunt van de huidige Groenstraat om via de huidige Jan Hammeneckerstraat door te lopen tot aan de kerk, zoals de naam al aangeeft. Momenteel is deze lange kerkweg nog slechts gedeeltelijk te volgen, meer bepaald enkele honderden meters vanuit de Zavelstraat en verder ook het gedeelte van het Schommmelheystraetjen tot aan de Jan Hammeneckerstraat, waar ook een mountainbikeroute loopt. En de Jan Hammeneckerstraat zelf natuurlijk, die haar naam pas kreeg in 1937. Daarvoor werd dit gedeelte van (kerk)weg 25 meestal ‘Moorheide’ genoemd. Tot in de jaren ’50 was het een veredelde veldweg. Pas dan kreeg de baan een degelijke wegbedekking.
26. Sasveldweg
Weg nummer 26, de Sasveldweg, was een korte verbindingsweg tussen Zavelstraat (net voorbij huis nr. 10) en de huidige Provincielaan. De naam verwijst misschien naar de specifieke, smalle vorm van het veld, dat tussen de twee straten was geprangd. Momenteel is enkel het begin van de weg in de Zavelstraat nog te herkennen.
27. Plaskensstaetjen
Weg nummer 27, het Plaskensstaetjen, liep en loopt van aan het ‘Plasken’, in de Zavelstraat (tussen de huizen met nummers 18 en 20), naar de Hoge Dreef. Het Plasken was een klein gehucht, nauwelijks enkele huizen, aan het zuidelijke einde van de Zavelstraat. De naam verwijst wellicht naar (vis)putten die er zich in de 18de eeuw bevonden, een gevolg van de een drassige inzinking van de bodem daar ter plekke in vergelijking met de hoger gelegen omgeving. Op de Gigault-kaart is er sprake van ‘Cab.(aret) Het Plasken (een herberg dus).
28. Steenboschweg
Weg nummer 28, de Steenboschweg, vertrok op de Hoge dreef, zo’n 75 meter ten oosten van het kruispunt met de Zavelstraat. Hij liep door de velden van de gelijknamige Steenbossen tot aan het einde van de huidige Zwaluwlaan en vandaar langs de nog bestaande veldweg tot aan de Vijfhoek. De weg is vandaag nog slechts gedeeltelijk te volgen. De Steenbossen (eerste bekende vermelding 1605, maar wellicht veel ouder als toponiem) waren uitgestrekte landerijen – oorspronkelijk luidens de naam blijkbaar bosgebied – tussen de Hoge Dreef (zuid), de Veurt (oost), de Moorheide en Groenstraat (noord) en de Schommelheyweg (west). De naam verwijst mogelijk naar de eigenaar: een bewoner van een ‘steen’, een stenen huis of kasteel.
29. Steenboschstaetjen
Weg nummer 29, het Steenboschstraaetje, was en is een korte weg ongeveer 200 meter ten noordoosten van weg nr. 28. Hij vertrekt eveneens op de Hoge dreef, maar loopt na enkele honderden meters dood in de ‘Steenbosvelden’.
30. Steenboschweg
Weg nummer 30 heeft dezelfde naam als weg nummer 28, maar vormt er een kruis mee. Het is de huidige Zwaluwlaan, al liep de weg vroeger nog wel wat verder door dan de huidige geasfalteerde straat.
Het Schommelheystraetje – momenteel ook wel bekend als ‘Zwarte Weg’ is ook nu nog een veel gebruikte ‘trage weg’, tussen de Groenstraat en de Zavelstraat, al gaat hij volgens de ABW door tot op de Hoge Dreef. Hij loopt dwars door de velden van de Heischommelingen (1663), de Steenbossen (1607) en het Dodemansveld (1604) en wordt door verschillende andere buurtwegen gekruist, o.a. nr. 25 (‘Kerkweg’) en 46 (‘Steenboschkerkweg’). ‘Schommelen’ is een oud woord voor ‘schoonmaken’, vandaar ook ‘ontginnen’. De Heischommelingen is dus de bewerkte grond op de heide.
23. Doodmanstraetjen
Weg nummer 23, het Doodmansstraetjen, liep en loopt van de Wachtingstraat naar het gelijknamige Doodmans- of Dodemansveld, via de hoeve van de familie Van Opstal (Wachtingstraat nr. 5.). Het huidige traject is nog grotendeels hetzelfde als het oude, maar tot in de 19de eeuw bevonden zich verder op de (veld)weg nog een paar huizen. De weg loopt ‘dood’ in de landerijen, maar dat is niet de verklaring van de naam. Die moeten we wellicht zoeken in de betekenis van het woord ‘dodeman’: een dwarshout bij een afsluiting van een terrein, een verwijzing naar een afpaling dus van het veld in kwestie. Nog een andere betekenis van ‘dodeman’ is: een man die niet werd betaald voor zijn arbeid. Bijvoorbeeld omdat die werkuren een vorm van belasting of pachtvergoeding waren. Dat soort ‘dodemansarbeid’ kwam vroeger geregeld voor in pachtcontracten. Het Dodemanstraetjen sluit aan bij de Dodemansweg (nr. 37), die vanuit de Zavelstraat naar de Groenstraat liep (zie verder). In de 17de en 18de eeuw werd het Dodemansveld ook het ‘Hoeveheyken’ genoemd, waarbij geregeld werd verwezen naar een verdwenen hoeve die zich daar ooit had bevonden. In het ‘Landboek van Puurs’ wordt gemeld dat de weg in 1740 met eiken werd beplant.
24. Schommelingweg
Weg nummer 24, de Schommelingweg, was en is een vrij korte weg vanuit de Zavelstraat (momenteel vertrekkend tussen de huizen met nummers 5 en 7) in de richting van de al vermelde ‘Schommeling’ (zie nr. 22). Na ongeveer 50 meter splits(te) weg nr. 25 (Kerkweg, zie hierna) zich af van de Schommelingweg. Die laatste liep enkele honderden meters verder dood in het veld. Tegenwoordig heeft hij een verlenging gekregen, die zuidwestwaarts weer naar de Zavelstraat leidt.
25. Kerkweg
Weg nummer 25, met de wat algemene en niet onderscheidende naam Kerkweg, splitste zich zoals hierboven vermeld af van weg nummer 24. Om meer precies te zijn: eigenlijk vertrok weg 25 op de Hoogheide. Hij liep door de velden, kruiste de huidige Provincielaan én Zavelstraat en viel vervolgens een eindje samen met weg 24. Na hun splitsing ging weg 25 via een kronkelig tracé verder door de landerijen van het Dodemansveld en de Schommelheide, kruiste weg nummer 22 (Schommelheystraetjen) en kwam uiteindelijk uit aan het kruispunt van de huidige Groenstraat om via de huidige Jan Hammeneckerstraat door te lopen tot aan de kerk, zoals de naam al aangeeft. Momenteel is deze lange kerkweg nog slechts gedeeltelijk te volgen, meer bepaald enkele honderden meters vanuit de Zavelstraat en verder ook het gedeelte van het Schommmelheystraetjen tot aan de Jan Hammeneckerstraat, waar ook een mountainbikeroute loopt. En de Jan Hammeneckerstraat zelf natuurlijk, die haar naam pas kreeg in 1937. Daarvoor werd dit gedeelte van (kerk)weg 25 meestal ‘Moorheide’ genoemd. Tot in de jaren ’50 was het een veredelde veldweg. Pas dan kreeg de baan een degelijke wegbedekking.
26. Sasveldweg
Weg nummer 26, de Sasveldweg, was een korte verbindingsweg tussen Zavelstraat (net voorbij huis nr. 10) en de huidige Provincielaan. De naam verwijst misschien naar de specifieke, smalle vorm van het veld, dat tussen de twee straten was geprangd. Momenteel is enkel het begin van de weg in de Zavelstraat nog te herkennen.
27. Plaskensstaetjen
Weg nummer 27, het Plaskensstaetjen, liep en loopt van aan het ‘Plasken’, in de Zavelstraat (tussen de huizen met nummers 18 en 20), naar de Hoge Dreef. Het Plasken was een klein gehucht, nauwelijks enkele huizen, aan het zuidelijke einde van de Zavelstraat. De naam verwijst wellicht naar (vis)putten die er zich in de 18de eeuw bevonden, een gevolg van de een drassige inzinking van de bodem daar ter plekke in vergelijking met de hoger gelegen omgeving. Op de Gigault-kaart is er sprake van ‘Cab.(aret) Het Plasken (een herberg dus).
28. Steenboschweg
Weg nummer 28, de Steenboschweg, vertrok op de Hoge dreef, zo’n 75 meter ten oosten van het kruispunt met de Zavelstraat. Hij liep door de velden van de gelijknamige Steenbossen tot aan het einde van de huidige Zwaluwlaan en vandaar langs de nog bestaande veldweg tot aan de Vijfhoek. De weg is vandaag nog slechts gedeeltelijk te volgen. De Steenbossen (eerste bekende vermelding 1605, maar wellicht veel ouder als toponiem) waren uitgestrekte landerijen – oorspronkelijk luidens de naam blijkbaar bosgebied – tussen de Hoge Dreef (zuid), de Veurt (oost), de Moorheide en Groenstraat (noord) en de Schommelheyweg (west). De naam verwijst mogelijk naar de eigenaar: een bewoner van een ‘steen’, een stenen huis of kasteel.
29. Steenboschstaetjen
Weg nummer 29, het Steenboschstraaetje, was en is een korte weg ongeveer 200 meter ten noordoosten van weg nr. 28. Hij vertrekt eveneens op de Hoge dreef, maar loopt na enkele honderden meters dood in de ‘Steenbosvelden’.
30. Steenboschweg
Weg nummer 30 heeft dezelfde naam als weg nummer 28, maar vormt er een kruis mee. Het is de huidige Zwaluwlaan, al liep de weg vroeger nog wel wat verder door dan de huidige geasfalteerde straat.
31. Kerkweg
Weg nummer 31, met de algemene naam Kerkweg (zie ook nr. 25), loopt volgens de ABW van het ‘gehucht’ Breendonkstraat naar ‘Breendonck’. Momenteel kennen we het laatste stuk van deze kerkweg als de Buisseretlaan, maar tot in de jaren ’60 heette de weg in de volksmond de ‘Kapellenweg’. De kapel in kwestie was dan wellicht de kerk van Breendonk, al zou de naam ook kunnen verwijzen naar het kapelletje dat tot in de jaren ’30 ongeveer halverwege tussen Breendonk en Breendonkstraat stond en moest wijken voor de A12. Daarom liet burgemeester Moortgat het vervangen door een Maria-grot enkele tientallen meter verder. Die grot staat er ook nu nog altijd. Aan de andere kant van de A12 liep de weg in een scherpe bocht naar het zuidoosten door om net voorbij de huidige residentie Van Gogh (nr. 350) uit te komen in de Breendonkstraat (tegenover de HUBO-winkel).
32. Peeterstraetje
Weg nummer 32, het Peeterstraetje, was in de 19de eeuw, zoals de naam suggereert, een eerder onbelangrijke weg: in de ABW wordt hij aangeduid als erfdienstbaarheidsweg, van de Breendonkstraat, meer bepaald de Vijfhoek, naar de ‘ferme dite Spaensch Kasteel’, de eeuwenoude omwalde hoeve op de grens van Breendonk en Tisselt. Uit oude documenten blijkt dat de weg oorspronkelijk privé-eigendom was van de eigenaars van het Spaans Kasteel. Toch zorgde de Peeterstraat ook voor de verbinding met Tisselt (via de Beekstraat) en Ramsdonk. Tot het begin van de 19de eeuw lagen de weg en de omliggende landerijen en hoeven (o.a. het Spaans Kasteel en de Keukenhoeve) op het grondgebied van Breendonk (Puurs). De naam verwijst trouwens naar de patroonheilige van Puurs: Sint Pieter. Wellicht omdat het voor de inwoners van de afgelegen buurt een ‘kerkweg’ was. Toch is de naam Peeterstraat eerder recent (1843). De oudere naam was ‘Veurtweg’. Bij de grenscorrecties in de Franse Tijd, begin 19de eeuw, werd de Peeterstraat een grensstraat: de oostkant was Tisselt, de westkant Puurs en vanaf 1836 Breendonk. Zo liep Tisselt via de oostkant van de Peeterstraat en de westkant van de Breendonkstraat door tot diep op Breendonks grondgebied. In 1910 beschouwde Breendonk de Peeterstraat nog altijd als een landbouwweg, maar de provinciale overheid zag de straat als een verbinding met Ramsdonk en vroeg een kasseiing in plaats van bekiezeling. Door de aanleg van de A12 in 1936 werd de Peeterstraat doormidden gesneden. Het eerste stuk werd een drukke aanrijroute naar die A12, maar door de ingewikkelde bestuurlijke situatie duurde het tot in de jaren ’50 vooraleer de straat een behoorlijk wegdek kreeg.
33. Keukenhoefweg
Weg nummer 33, de Keukenhoefweg, leidde zoals de naam het aangeeft van of naar de Keukenhoeve. De Keukenhoeve of ‘Hof ter Keuckene’ was een van oorsprong wellicht middeleeuws domein dat bestond uit een ‘steen’(en) huis en twee pachthoeven. Het steenen huis en de ene pachthoeve waren omwald en werden later ‘het Spaans Kasteel’ genoemd. Ze lagen aan de (Tisseltse) oostkant van de Peeterstraat. De andere hoeve lag aan de Breendonkse kant en bleef bekend als Keukenhoeve (en later café Keukenhof). Net ten noorden van die hofstede begon weg 33, die over de ‘Keukenheide’ in een scherpe hoek naar de huidige Veurtstraat (vroeger Paelinckstraet) leidde, net aan het kruispunt van die straat met de Sint-Jozefstraat. Door de aanleg van de A12 en het industriegebied aan weerszijden daarvan, blijft er van deze weg nog nauwelijks iets over.
34. Groenveldweg
Weg nummer 34, de Groenveldweg, lag in het verlengde van weg 33 en bestaat nog wél gedeeltelijk. Hij vertrekt aan het kruispunt van de Veurtstraat en de Sint-Jozefstraat en loopt zo’n 150 meter verder naar het westen het ‘Goenveld’ in. Eind 18de eeuw stond in dit wegje de ros- of paardenmolen van de familie Maerevoet die de nabij gelegen 'Smoutmolenstraat' (nu Sint-Jozefstraat) waarschijnlijk haar naam heeft gegeven (zie nummer 12).
35. Groenveldstraetje
Weg nummer 35, het Groenveldstraetje, loopt volgens de beschrijving van de ABW van de ‘Smoutmolenstraet’ (huidige Sint-Jozefstraat) naar de ‘Hoge Dreef’. Het korte straatje bestaat vandaag nog altijd.
Weg nummer 31, met de algemene naam Kerkweg (zie ook nr. 25), loopt volgens de ABW van het ‘gehucht’ Breendonkstraat naar ‘Breendonck’. Momenteel kennen we het laatste stuk van deze kerkweg als de Buisseretlaan, maar tot in de jaren ’60 heette de weg in de volksmond de ‘Kapellenweg’. De kapel in kwestie was dan wellicht de kerk van Breendonk, al zou de naam ook kunnen verwijzen naar het kapelletje dat tot in de jaren ’30 ongeveer halverwege tussen Breendonk en Breendonkstraat stond en moest wijken voor de A12. Daarom liet burgemeester Moortgat het vervangen door een Maria-grot enkele tientallen meter verder. Die grot staat er ook nu nog altijd. Aan de andere kant van de A12 liep de weg in een scherpe bocht naar het zuidoosten door om net voorbij de huidige residentie Van Gogh (nr. 350) uit te komen in de Breendonkstraat (tegenover de HUBO-winkel).
32. Peeterstraetje
Weg nummer 32, het Peeterstraetje, was in de 19de eeuw, zoals de naam suggereert, een eerder onbelangrijke weg: in de ABW wordt hij aangeduid als erfdienstbaarheidsweg, van de Breendonkstraat, meer bepaald de Vijfhoek, naar de ‘ferme dite Spaensch Kasteel’, de eeuwenoude omwalde hoeve op de grens van Breendonk en Tisselt. Uit oude documenten blijkt dat de weg oorspronkelijk privé-eigendom was van de eigenaars van het Spaans Kasteel. Toch zorgde de Peeterstraat ook voor de verbinding met Tisselt (via de Beekstraat) en Ramsdonk. Tot het begin van de 19de eeuw lagen de weg en de omliggende landerijen en hoeven (o.a. het Spaans Kasteel en de Keukenhoeve) op het grondgebied van Breendonk (Puurs). De naam verwijst trouwens naar de patroonheilige van Puurs: Sint Pieter. Wellicht omdat het voor de inwoners van de afgelegen buurt een ‘kerkweg’ was. Toch is de naam Peeterstraat eerder recent (1843). De oudere naam was ‘Veurtweg’. Bij de grenscorrecties in de Franse Tijd, begin 19de eeuw, werd de Peeterstraat een grensstraat: de oostkant was Tisselt, de westkant Puurs en vanaf 1836 Breendonk. Zo liep Tisselt via de oostkant van de Peeterstraat en de westkant van de Breendonkstraat door tot diep op Breendonks grondgebied. In 1910 beschouwde Breendonk de Peeterstraat nog altijd als een landbouwweg, maar de provinciale overheid zag de straat als een verbinding met Ramsdonk en vroeg een kasseiing in plaats van bekiezeling. Door de aanleg van de A12 in 1936 werd de Peeterstraat doormidden gesneden. Het eerste stuk werd een drukke aanrijroute naar die A12, maar door de ingewikkelde bestuurlijke situatie duurde het tot in de jaren ’50 vooraleer de straat een behoorlijk wegdek kreeg.
33. Keukenhoefweg
Weg nummer 33, de Keukenhoefweg, leidde zoals de naam het aangeeft van of naar de Keukenhoeve. De Keukenhoeve of ‘Hof ter Keuckene’ was een van oorsprong wellicht middeleeuws domein dat bestond uit een ‘steen’(en) huis en twee pachthoeven. Het steenen huis en de ene pachthoeve waren omwald en werden later ‘het Spaans Kasteel’ genoemd. Ze lagen aan de (Tisseltse) oostkant van de Peeterstraat. De andere hoeve lag aan de Breendonkse kant en bleef bekend als Keukenhoeve (en later café Keukenhof). Net ten noorden van die hofstede begon weg 33, die over de ‘Keukenheide’ in een scherpe hoek naar de huidige Veurtstraat (vroeger Paelinckstraet) leidde, net aan het kruispunt van die straat met de Sint-Jozefstraat. Door de aanleg van de A12 en het industriegebied aan weerszijden daarvan, blijft er van deze weg nog nauwelijks iets over.
34. Groenveldweg
Weg nummer 34, de Groenveldweg, lag in het verlengde van weg 33 en bestaat nog wél gedeeltelijk. Hij vertrekt aan het kruispunt van de Veurtstraat en de Sint-Jozefstraat en loopt zo’n 150 meter verder naar het westen het ‘Goenveld’ in. Eind 18de eeuw stond in dit wegje de ros- of paardenmolen van de familie Maerevoet die de nabij gelegen 'Smoutmolenstraat' (nu Sint-Jozefstraat) waarschijnlijk haar naam heeft gegeven (zie nummer 12).
35. Groenveldstraetje
Weg nummer 35, het Groenveldstraetje, loopt volgens de beschrijving van de ABW van de ‘Smoutmolenstraet’ (huidige Sint-Jozefstraat) naar de ‘Hoge Dreef’. Het korte straatje bestaat vandaag nog altijd.
36. Kerkhofweg
De lange weg nummer 36, de Kerkhofweg, liep van aan het oude kerkhof (aan het huidige verbindingspaadje tussen Breendonk-Dorp en Dahlialaan) door de velden van Vrijhals en Jonkerveld helemaal naar de Rijweg. Of eigenlijk omgekeerd, want het was een echte ‘kerkweg’: een binnenweg naar de kerk. Het zuidelijke deel is momenteel de Dahlialaan. Het noordelijke stuk is de Eigenaarsstraat, vroeger Geitenstraat genoemd. Verder blijft er weinig over van de weg. Zie ook nr. 17.
37. Doodmansweg
Vanaf nummer 37 beginnen de ‘sentiers’: paden die in de ABW worden onderscheiden van de ‘chemins’ en de ‘chemins de servitude’. De ‘sentiers’ sloten vaak aan bij of kruisten erfdienstbaarheidswegen met dezelfde naam. Pad nr. 37, de Doodmansweg, begon in de Zavelstraat tegenover de Vissenholhoeve en -dreef. Hij liep door het Doodemansveld, kruiste weg nr. 23 (Doodemansstraetje) en liep dan verder door naar de Groenstraat, waar hij rechtover de Schaepveldweg (nr 21) uitkwam, net ten noorden van huis nr. 85.
38. Pulaertsweg
Pad nummer 38, de Pulaertsweg, was een zijweg van de Pulaertsstraat (nr.5). Hij vertrok in de huidige Neerlichter, rechtover Schoubroek, een pad dat nu nog gedeeltelijk bestaat en parallel met de Rijweg liep/loopt. Schoubroek behoorde in 1843, toen de ABW werd opgesteld, tot Ruisbroek, maar de overkant van de Pulaertsstraat was Breendonk. De Pulaertsweg liep enkele honderden meter naar het westen tot aan de Leibeek, die de grens met Puurs vormde. In tegenstelling tot Schoubroek blijft van de Pulaertsweg niets meer bewaard. Er ligt nu een industriepark.
39. Winningweg
Pad nummer 39, de Winningweg, vertrok en vertrekt nog altijd in de Schaafstraat, rechtover de Meerhoefweg (nr. 41), net ten zuiden van huis nr. 97. De weg liep door het Jonkerveld, passeerde achtereenvolgens buurtweg 36 en de Moorstraat en liep door tot op de Dendermondse Steenweg. Vooral dat laatste stuk is nog goed te volgen. De naam verwijst naar de opbrengst van de betreffende gronden, het ‘gewin’.
40. Jonkerveldweg
Pad nummer 40, de Jonkerveldweg, heeft dezelfde naam als erfdienstbaarheidsweg nr.16 (zie daar), maar liep een stuk noordelijker dan die laatste weg, eveneens door het uitgestrekte Jonkerveld. Hij vertrok in de Schaafstraat, iets ten noorden van weg 39, net voorbij huis nr. 105, en liep via het einde van de Eigenaarstraat (vroegere Geitenstraat) naar het kruispunt van Moorstraat en Dendermondse Steenweg. Alleen het stuk tussen de Schaafstraat en de Eigenaarsstraat is nog bewaard.
De lange weg nummer 36, de Kerkhofweg, liep van aan het oude kerkhof (aan het huidige verbindingspaadje tussen Breendonk-Dorp en Dahlialaan) door de velden van Vrijhals en Jonkerveld helemaal naar de Rijweg. Of eigenlijk omgekeerd, want het was een echte ‘kerkweg’: een binnenweg naar de kerk. Het zuidelijke deel is momenteel de Dahlialaan. Het noordelijke stuk is de Eigenaarsstraat, vroeger Geitenstraat genoemd. Verder blijft er weinig over van de weg. Zie ook nr. 17.
37. Doodmansweg
Vanaf nummer 37 beginnen de ‘sentiers’: paden die in de ABW worden onderscheiden van de ‘chemins’ en de ‘chemins de servitude’. De ‘sentiers’ sloten vaak aan bij of kruisten erfdienstbaarheidswegen met dezelfde naam. Pad nr. 37, de Doodmansweg, begon in de Zavelstraat tegenover de Vissenholhoeve en -dreef. Hij liep door het Doodemansveld, kruiste weg nr. 23 (Doodemansstraetje) en liep dan verder door naar de Groenstraat, waar hij rechtover de Schaepveldweg (nr 21) uitkwam, net ten noorden van huis nr. 85.
38. Pulaertsweg
Pad nummer 38, de Pulaertsweg, was een zijweg van de Pulaertsstraat (nr.5). Hij vertrok in de huidige Neerlichter, rechtover Schoubroek, een pad dat nu nog gedeeltelijk bestaat en parallel met de Rijweg liep/loopt. Schoubroek behoorde in 1843, toen de ABW werd opgesteld, tot Ruisbroek, maar de overkant van de Pulaertsstraat was Breendonk. De Pulaertsweg liep enkele honderden meter naar het westen tot aan de Leibeek, die de grens met Puurs vormde. In tegenstelling tot Schoubroek blijft van de Pulaertsweg niets meer bewaard. Er ligt nu een industriepark.
39. Winningweg
Pad nummer 39, de Winningweg, vertrok en vertrekt nog altijd in de Schaafstraat, rechtover de Meerhoefweg (nr. 41), net ten zuiden van huis nr. 97. De weg liep door het Jonkerveld, passeerde achtereenvolgens buurtweg 36 en de Moorstraat en liep door tot op de Dendermondse Steenweg. Vooral dat laatste stuk is nog goed te volgen. De naam verwijst naar de opbrengst van de betreffende gronden, het ‘gewin’.
40. Jonkerveldweg
Pad nummer 40, de Jonkerveldweg, heeft dezelfde naam als erfdienstbaarheidsweg nr.16 (zie daar), maar liep een stuk noordelijker dan die laatste weg, eveneens door het uitgestrekte Jonkerveld. Hij vertrok in de Schaafstraat, iets ten noorden van weg 39, net voorbij huis nr. 105, en liep via het einde van de Eigenaarstraat (vroegere Geitenstraat) naar het kruispunt van Moorstraat en Dendermondse Steenweg. Alleen het stuk tussen de Schaafstraat en de Eigenaarsstraat is nog bewaard.
41. Meerhoefweg
Pad nummer 41, de Meerhoefweg, liep net als de gelijknamige erfdienstbaarheidsweg (nr. 20) van de Schaafstraat (‘Rijweg’ volgens de ABW) naar de Breendonkstraat. Het pad vertrok ongeveer ter hoogte van huis nr. 126 in de Schaafstraat. Het Meerhoefpad deed zijn naam meer eer aan dan de gelijknamige weg, want het leidde – weliswaar via een aftakking (41a) – naar de Meerhoeve, terwijl de Meerhoefweg een stuk zuidelijker lag. De pachthoeve van het kasteel Meerhof bevond zich ter hoogte van de huidige Sparrenlaan en het kasteel zelf tussen de Sparrenlaan en de Meerhoflaan. Het einde van het Meerhoefpad valt grosso modo samen met de huidige Kasteellaan. De vertakking liep via de noordoostelijke rand van het huidige bedrijvenpark Femont naar de pachthoeve en verder via wat nu de Beukenlaan is naar de Breendonkstraat. Verder zijn er nog nauwelijks sporen van het pad overgebleven.
42. Tashorinckweg
Pad nummer 42, de Tashorinckweg, vertrok in de Schaafstraat aan het voormalige gehucht ’t Hoeksken, tegenover de oprit van het huidige jeugdhuis ’t Schuur. Het pad liep samen met weg nr. 20 door het Tashorinckveld, boog vervolgens af naar het noorden en sloot daar aan op weg nr. 19, de gelijknamige Tashorinck-erfdiensbaarheidsweg. Momenteel blijft er niets meer over van het pad, dat zich op de plaats bevond van de verkeerswisselaar tussen de A12 en de N17 en het industrieterrein ten oosten van de A12.
43. Schofveldweg
Pad nummer 43, de Schofveldweg, vertrok in de Moorstraat, net ten zuiden van huis nummer 39, liep door het ‘Schofveld’, kruiste de Leibeek en eindigde via de Schaepveldweg (nr. 21) in de Groenstraat. Na ongeveer 50 meter splitst(e) er een pad af naar het zuidwesten, dat eveneens naar de Groenstraat leidt en uitkomt ter hoogte van huis nr. 60: de Groenweg (nr. 44). Momenteel zijn nog alleen de Groenweg en het vermelde eerste stukje van de Schofveldweg bewaard. De naam verwijst naar schoven, mogelijk als aanduiding van de aard van het land (hooi of graan) of van het feit dat er ‘tienden’ (belastingen) op betaald moesten worden (elke tiende schoof, bijvoorbeeld).
44. Groenweg
Pad nummer 44, de Groenweg, liep/loopt zoals hierboven vermeld van de Groenstraat naar de Schofveldweg en samen daarmee verder naar de Moorstraat. De veldweg wordt ook nu nog vaak gebruikt. De naam verwijst net als de Groenstraat naar het landelijke karakter ervan. Het is een heel algemene naam. Net zoals vele straten in een dorp ‘s’ Herenstraet’ werden genoemd, kregen die buiten het centrum vaak de naam Groenstraat.
45. Berkweg
Pad nummer 45, de Berkweg, liep en loopt van in de Groenstraat, recht tegenover het begin van de Wachtingstraat, naar de Dendermondse Steenweg door de ‘Berckt’ (eerste bekende vermelding 1599, PS) een toponiem dat ook vandaag nog wordt gebruikt voor de landerijen tussen Groenstraat, Dendermondse Steenbweg en Leibeek. De naam verwijst vermoedelijk naar de bomen die er in dat geval ooit stonden. Ook een korte veldweg aan de overkant van de Groenstraat wordt in de ABW beschouwd als Berkweg, al ligt hij een eindje van de echte Berkweg. Dat pad begon tussen huis 87 en 89 en leidde in een rechte hoek door het veld naar de Wachtingstraat (ter hoogte van huis nr. 14). Alleen het laatste stuk bestaat nog.
46. Steenboschkerkweg
Pad nummer 46, de Steenboschkerkweg, liep net als ‘Kerkweg’ 25 helemaal van op de Hoogheide naar het centrum van Breendonk, meer bepaald naar de Vijfhoek. De weg begon in de Hoogheide ter hoogte van huis nr. 106, liep dwars door het veld, kruiste de huidige Provincielaan ter hoogte van huis nr 72 en de Zavelstraat ter hoogte van huis nr. 14 om vervolgens door de Steenbosvelden naar het Schommelheystraetje (nr 22) te lopen. Pad 46 volgde die weg even om hem daarna weer te verlaten en naar het oosten te leiden, waar hij aansluiting vond met weg nr. 28 (Steenboschweg) en samen daarmee naar de Vijfhoek liep. Van dit pad zijn nog maar enkele passages bewaard.
47. Heydeweg
Pad nummer 47, de Heydeweg, liep volgens de ABW van de Hoogheyde naar de ‘Pataterstraet’. Het pad begon in de Hoogheide, meer bepaald de kruisstraat : de vroegere Kleynheydestraat (nr. 11a) ter hoogte van huis nr. 71. Het pad liep door de velden naar de ‘Patattenstraat’, het huidige Kruisbroeken. Momenteel is alleen het eerste stukje nog bewaard.
48. Paepeweg
Pad nummer 48, de Paepeweg, liep volgens de ABW van de Breendonkstraat naar de Groenstraat. De Paepeweg begon ter hoogte van huis nr. 6. in de huidige Veurtstraat, bewoond door de familie Tersago, bijgenaamd 'van de papper''. Houdt die bijnaam verband met de oude naam van het wegje? 'De Paepeweg' liep parallel met de veel later aangelegde Pastoor Somerslaan, maar zo’n 50 meter meer naar het oosten, over het huidige terrein van brouwerij Moortgat. Tot voor enkele decennia lag dat deel van de weg er nog. Het pad kruiste de Dorpsstraat ter hoogte van het Brouwershuis en liep ten zuiden van de huidige villa Moorgat naar de Molenheide, ter hoogte van de huidige Zwaluwlaan. Ook het wegje dat op het kruispunt van de Molenheide en de Beenhouwerstraat begint en uitkomt aan dat van de Groenstraat met de Jan Hammeneckerstraat wordt in de ABW ‘Paepeweg’ genoemd. Dat is momenteel het enige stuk van de ‘Paepeweg’ dat nog bestaat. Op sommige andere kaarten, zoals de kadastrale Popp-kaart (1863), krijgt ook de huidige Beenhouwerstraat de naam ‘Paepeweg’. Die naam verwijst naar de ‘paepen’ of paters van de Sint-Bernardsabdij in Hemiksem, eeuwenlang de geestelijke eigenaars van de ‘heerlijkheid’ Puurs. De Paepeweg vertrok trouwens op de plaats waar zich vroeger de zogenaamde Paepenheibossen bevonden.
49. Molenweg
Pad nummer 49, de Molenweg, liep volgens de ABW van Steenbosweg naar de molen van Breendonk. Het pad begon achter de vroegere feestzaal Ter Velden in de Zwaluwlaan, liep ten zuiden van het vroegere voetbalterrein naar de Molenheide en aan de overkant verder tussen huis 17 en 19. Het pad eindigde in de huidige Dorpsstraat, recht tegenover de windmolen, die ter hoogte van huis nr. 32 stond. Vroeger werd ook dit zuidelijke deel van de Dorpsstraat Molenheide genoemd.
50. Kerreveldweg
Pad nummer 50, de Kerrenveldweg, liep volgens de ABW van Smoutmolenstraat (huidige Sint-Jozefstraat) naar de Bessemstraat. Het pad, waarvan nu niets meer overblijft, begon ter hoogte van het kruispunt (momenteel rondpunt) van de Sint-Jozefstraat met Stuikberg. Het liep pal op de grens van Breendonk en Londerzeel, kruiste de Veurtstraat en de huidige A12 en bereikte de Bessemstraat een eindje voorbij Dancing Carré, net op de plaats waar ze scherp naar links (oosten) afbuigt. Kerreveldweg of Karreveldweg is een vrije courante naam voor landelijke wegen of straten in Vlaanderen.
We maken nu een sprong van ruim twee eeuwen en onderzoeken het stratenplan van de gemeente Breendonk, net voor de fusie van 1 januari 1977, toen de gemeente werd samengevoegd met Puurs, Kalfort, Ruisbroek en Liezele. Welke wegen zijn hetzelfde gebleven? Welke zijn veranderd? En welke zijn erbij gekomen?
(Ga verder)
Pad nummer 41, de Meerhoefweg, liep net als de gelijknamige erfdienstbaarheidsweg (nr. 20) van de Schaafstraat (‘Rijweg’ volgens de ABW) naar de Breendonkstraat. Het pad vertrok ongeveer ter hoogte van huis nr. 126 in de Schaafstraat. Het Meerhoefpad deed zijn naam meer eer aan dan de gelijknamige weg, want het leidde – weliswaar via een aftakking (41a) – naar de Meerhoeve, terwijl de Meerhoefweg een stuk zuidelijker lag. De pachthoeve van het kasteel Meerhof bevond zich ter hoogte van de huidige Sparrenlaan en het kasteel zelf tussen de Sparrenlaan en de Meerhoflaan. Het einde van het Meerhoefpad valt grosso modo samen met de huidige Kasteellaan. De vertakking liep via de noordoostelijke rand van het huidige bedrijvenpark Femont naar de pachthoeve en verder via wat nu de Beukenlaan is naar de Breendonkstraat. Verder zijn er nog nauwelijks sporen van het pad overgebleven.
42. Tashorinckweg
Pad nummer 42, de Tashorinckweg, vertrok in de Schaafstraat aan het voormalige gehucht ’t Hoeksken, tegenover de oprit van het huidige jeugdhuis ’t Schuur. Het pad liep samen met weg nr. 20 door het Tashorinckveld, boog vervolgens af naar het noorden en sloot daar aan op weg nr. 19, de gelijknamige Tashorinck-erfdiensbaarheidsweg. Momenteel blijft er niets meer over van het pad, dat zich op de plaats bevond van de verkeerswisselaar tussen de A12 en de N17 en het industrieterrein ten oosten van de A12.
43. Schofveldweg
Pad nummer 43, de Schofveldweg, vertrok in de Moorstraat, net ten zuiden van huis nummer 39, liep door het ‘Schofveld’, kruiste de Leibeek en eindigde via de Schaepveldweg (nr. 21) in de Groenstraat. Na ongeveer 50 meter splitst(e) er een pad af naar het zuidwesten, dat eveneens naar de Groenstraat leidt en uitkomt ter hoogte van huis nr. 60: de Groenweg (nr. 44). Momenteel zijn nog alleen de Groenweg en het vermelde eerste stukje van de Schofveldweg bewaard. De naam verwijst naar schoven, mogelijk als aanduiding van de aard van het land (hooi of graan) of van het feit dat er ‘tienden’ (belastingen) op betaald moesten worden (elke tiende schoof, bijvoorbeeld).
44. Groenweg
Pad nummer 44, de Groenweg, liep/loopt zoals hierboven vermeld van de Groenstraat naar de Schofveldweg en samen daarmee verder naar de Moorstraat. De veldweg wordt ook nu nog vaak gebruikt. De naam verwijst net als de Groenstraat naar het landelijke karakter ervan. Het is een heel algemene naam. Net zoals vele straten in een dorp ‘s’ Herenstraet’ werden genoemd, kregen die buiten het centrum vaak de naam Groenstraat.
45. Berkweg
Pad nummer 45, de Berkweg, liep en loopt van in de Groenstraat, recht tegenover het begin van de Wachtingstraat, naar de Dendermondse Steenweg door de ‘Berckt’ (eerste bekende vermelding 1599, PS) een toponiem dat ook vandaag nog wordt gebruikt voor de landerijen tussen Groenstraat, Dendermondse Steenbweg en Leibeek. De naam verwijst vermoedelijk naar de bomen die er in dat geval ooit stonden. Ook een korte veldweg aan de overkant van de Groenstraat wordt in de ABW beschouwd als Berkweg, al ligt hij een eindje van de echte Berkweg. Dat pad begon tussen huis 87 en 89 en leidde in een rechte hoek door het veld naar de Wachtingstraat (ter hoogte van huis nr. 14). Alleen het laatste stuk bestaat nog.
46. Steenboschkerkweg
Pad nummer 46, de Steenboschkerkweg, liep net als ‘Kerkweg’ 25 helemaal van op de Hoogheide naar het centrum van Breendonk, meer bepaald naar de Vijfhoek. De weg begon in de Hoogheide ter hoogte van huis nr. 106, liep dwars door het veld, kruiste de huidige Provincielaan ter hoogte van huis nr 72 en de Zavelstraat ter hoogte van huis nr. 14 om vervolgens door de Steenbosvelden naar het Schommelheystraetje (nr 22) te lopen. Pad 46 volgde die weg even om hem daarna weer te verlaten en naar het oosten te leiden, waar hij aansluiting vond met weg nr. 28 (Steenboschweg) en samen daarmee naar de Vijfhoek liep. Van dit pad zijn nog maar enkele passages bewaard.
47. Heydeweg
Pad nummer 47, de Heydeweg, liep volgens de ABW van de Hoogheyde naar de ‘Pataterstraet’. Het pad begon in de Hoogheide, meer bepaald de kruisstraat : de vroegere Kleynheydestraat (nr. 11a) ter hoogte van huis nr. 71. Het pad liep door de velden naar de ‘Patattenstraat’, het huidige Kruisbroeken. Momenteel is alleen het eerste stukje nog bewaard.
48. Paepeweg
Pad nummer 48, de Paepeweg, liep volgens de ABW van de Breendonkstraat naar de Groenstraat. De Paepeweg begon ter hoogte van huis nr. 6. in de huidige Veurtstraat, bewoond door de familie Tersago, bijgenaamd 'van de papper''. Houdt die bijnaam verband met de oude naam van het wegje? 'De Paepeweg' liep parallel met de veel later aangelegde Pastoor Somerslaan, maar zo’n 50 meter meer naar het oosten, over het huidige terrein van brouwerij Moortgat. Tot voor enkele decennia lag dat deel van de weg er nog. Het pad kruiste de Dorpsstraat ter hoogte van het Brouwershuis en liep ten zuiden van de huidige villa Moorgat naar de Molenheide, ter hoogte van de huidige Zwaluwlaan. Ook het wegje dat op het kruispunt van de Molenheide en de Beenhouwerstraat begint en uitkomt aan dat van de Groenstraat met de Jan Hammeneckerstraat wordt in de ABW ‘Paepeweg’ genoemd. Dat is momenteel het enige stuk van de ‘Paepeweg’ dat nog bestaat. Op sommige andere kaarten, zoals de kadastrale Popp-kaart (1863), krijgt ook de huidige Beenhouwerstraat de naam ‘Paepeweg’. Die naam verwijst naar de ‘paepen’ of paters van de Sint-Bernardsabdij in Hemiksem, eeuwenlang de geestelijke eigenaars van de ‘heerlijkheid’ Puurs. De Paepeweg vertrok trouwens op de plaats waar zich vroeger de zogenaamde Paepenheibossen bevonden.
49. Molenweg
Pad nummer 49, de Molenweg, liep volgens de ABW van Steenbosweg naar de molen van Breendonk. Het pad begon achter de vroegere feestzaal Ter Velden in de Zwaluwlaan, liep ten zuiden van het vroegere voetbalterrein naar de Molenheide en aan de overkant verder tussen huis 17 en 19. Het pad eindigde in de huidige Dorpsstraat, recht tegenover de windmolen, die ter hoogte van huis nr. 32 stond. Vroeger werd ook dit zuidelijke deel van de Dorpsstraat Molenheide genoemd.
50. Kerreveldweg
Pad nummer 50, de Kerrenveldweg, liep volgens de ABW van Smoutmolenstraat (huidige Sint-Jozefstraat) naar de Bessemstraat. Het pad, waarvan nu niets meer overblijft, begon ter hoogte van het kruispunt (momenteel rondpunt) van de Sint-Jozefstraat met Stuikberg. Het liep pal op de grens van Breendonk en Londerzeel, kruiste de Veurtstraat en de huidige A12 en bereikte de Bessemstraat een eindje voorbij Dancing Carré, net op de plaats waar ze scherp naar links (oosten) afbuigt. Kerreveldweg of Karreveldweg is een vrije courante naam voor landelijke wegen of straten in Vlaanderen.
We maken nu een sprong van ruim twee eeuwen en onderzoeken het stratenplan van de gemeente Breendonk, net voor de fusie van 1 januari 1977, toen de gemeente werd samengevoegd met Puurs, Kalfort, Ruisbroek en Liezele. Welke wegen zijn hetzelfde gebleven? Welke zijn veranderd? En welke zijn erbij gekomen?
(Ga verder)