Het jaar van de onafhankelijkheid (1836)
_Op 28 januari 1836 bezorgt J. De Proft [1]
een kadastraal plan en extra inlichtingen aan het
Ministerie van Binnenlandse Zaken. Hij laat weten dat Breendonk op
burgerlijk vlak altijd afhankelijk is geweest van Puurs, maar ‘pour
le spirituel il a toujours formé une paroisse separée n’ayant rien en
commun avec l’administration de l’église du chef lieu’. Toen Puurs
nog beheerd werd door de abdij van Sint Bernards hadden de inwoners van
Breendonk volgens de steller van de brief geen klachten over het
bestuur. Maar sinds België bij Frankrijk werd gevoegd, hebben de
Breendonkenaars voortdurend verzocht om van hun gehucht een aparte
gemeente te maken, ‘mais toujours en vain, par la simple
raison qu’on se rapportait toujours à ce que disait un habitant de Puers
qui se trouvait dans une position à pouvoir empêcher que justice nous
fut faite’.
Maar in juni 1836 is het dan eindelijk zover: op 9 juni wordt bij koninklijk besluit gedecreteerd dat ‘les villages de Breendonck, Calfort & Puers, dont la réunion forme actuellement la commune de Puers, province d’Anvers, sont érigés en deux communes distinctes, dont l’une se composera des villages de Puers & Calfort, sections B & D, et l’autre de celui de Breendonck, sections E & F, le tout conformément au plan cadastral annexé à la présente loi’. De wet wordt op 17 juni bekrachtigd door de senaat.
Maar in juni 1836 is het dan eindelijk zover: op 9 juni wordt bij koninklijk besluit gedecreteerd dat ‘les villages de Breendonck, Calfort & Puers, dont la réunion forme actuellement la commune de Puers, province d’Anvers, sont érigés en deux communes distinctes, dont l’une se composera des villages de Puers & Calfort, sections B & D, et l’autre de celui de Breendonck, sections E & F, le tout conformément au plan cadastral annexé à la présente loi’. De wet wordt op 17 juni bekrachtigd door de senaat.
__
Op 23 september maakt de gemeenteraad van Puurs bekend dat de allereerste verkiezingen in Breendonk zullen plaatsvinden op (dinsdag) 4 oktober 1836 in de gemeenteschool aldaar om 9 uur in de voormiddag.
De verkozenen zijn: burgemeester Cornelis De Smedt, de schepenen Pieter Jan Tersago en Louis Cuyckens, en de raadsleden Henri De Block, Jean François Van Asch, Henri Doms, Paul Lauwers, Joseph Van Ingelghem en Marcel D’Hollander. De burgemeester en schepenen hadden als gemeenteraadsleden, assessoren (schepenen) en/of ‘zetters’ van de belastingen onder Puurse voogdij al enige bestuurlijke of administratieve ervaring opgedaan. De eerste gemeenteraadsvergadering van het onafhankelijke Breendonk vindt plaats op 28 november 1836. Secretaris Joannes Baptiste Van Ingelghem maakt die dag in zijn fraaie handschrift meteen ook de eerste notulen. Waar dat precies gebeurt, is niet zeker, maar de week daarop (5.12.1836) wordt beslist tegen 20 frank per jaar een kamer te huren in de woning van schoolmeester-koster Cornelius Drymans als lokaal voor de vergaderingen en om de archieven te bewaren. Het huis in kwestie bevond zich op de plaats waar ook de latere kosters zouden wonen, in de Dorpstraat schuins over de huidige Buisseretlaan. [2]
[1] Judocus De Proft, landbouwer en lid van de pas opgerichte Kerkfabriek van Breendonk, telg uit een eeuwenoud Breendonks boerengeslacht.
[2] Pas in 1861, toen er boven de school een extra verdieping werd gebouwd, kreeg het gemeentebestuur een behoorlijke huisvesting. Na de bouw van een nieuwe jongensschool in 1882 kon het bestuur beschikken over het volledige oude schoolgebouw dat vanaf dan als volwaardig gemeentehuis fungeerde.
(Ga verder)
De verkozenen zijn: burgemeester Cornelis De Smedt, de schepenen Pieter Jan Tersago en Louis Cuyckens, en de raadsleden Henri De Block, Jean François Van Asch, Henri Doms, Paul Lauwers, Joseph Van Ingelghem en Marcel D’Hollander. De burgemeester en schepenen hadden als gemeenteraadsleden, assessoren (schepenen) en/of ‘zetters’ van de belastingen onder Puurse voogdij al enige bestuurlijke of administratieve ervaring opgedaan. De eerste gemeenteraadsvergadering van het onafhankelijke Breendonk vindt plaats op 28 november 1836. Secretaris Joannes Baptiste Van Ingelghem maakt die dag in zijn fraaie handschrift meteen ook de eerste notulen. Waar dat precies gebeurt, is niet zeker, maar de week daarop (5.12.1836) wordt beslist tegen 20 frank per jaar een kamer te huren in de woning van schoolmeester-koster Cornelius Drymans als lokaal voor de vergaderingen en om de archieven te bewaren. Het huis in kwestie bevond zich op de plaats waar ook de latere kosters zouden wonen, in de Dorpstraat schuins over de huidige Buisseretlaan. [2]
[1] Judocus De Proft, landbouwer en lid van de pas opgerichte Kerkfabriek van Breendonk, telg uit een eeuwenoud Breendonks boerengeslacht.
[2] Pas in 1861, toen er boven de school een extra verdieping werd gebouwd, kreeg het gemeentebestuur een behoorlijke huisvesting. Na de bouw van een nieuwe jongensschool in 1882 kon het bestuur beschikken over het volledige oude schoolgebouw dat vanaf dan als volwaardig gemeentehuis fungeerde.
(Ga verder)