De huidige pastorij
In 1925 was de nieuwe kerk eindelijk afgewerkt en ingewijd. Na het huis van God volgde dat van zijn vertegenwoordiger op aarde: de pastorij. De oude pastoorswoning was in september 1914 net als de kerk vernield door de krijgsverrichtingen. Volgens de toenmalige pastoor Bosschaerts was ze door de Duitsers in brand gestoken bij de tweede aanval op Breendonk, op 29 september 1914. De pastoor diende elders onderdak te zoeken en trok in bij juffrouw Van Malderen, aan de overkant van de straat (waar zich nu de AXA-bank van de familie Wegge bevindt). In 1916 nam pastoor Bosschaerts - naar verluidt zwaar geschokt door de oorlogsgebeurtenissen - ontslag om op rust te gaan in het Begijnhof van Lier, waar hij in 1930 op 79-jarige leeftijd overleed. Als pastoor van Breendonk werd hij opgevolgd door Frans Somers (1871-1951), afkomstig uit Mechelen en voorheen onderpastoor in Willebroek.
Overgenomen uit Staf Vivijs, Brede Dunc (1981) :
Het plan voor de bouw van de nieuwe pastorij werd in de gemeenteraadszitting van 27 november 1924 aangenomen. De werken werden toevertrouwd aan August Culot uit Londerzeel die de som van 142.000 fr aanrekende, merkelijk minder dan het voorziene budget. Maar Culot kreeg de opdracht dan toch niet want het Ministerie van Landbouw wees J. De Laet uit Ruisbroek bij Brussel aan als aannemer. Die had een som van 135.000 fr voorgesteld. Uiteindelijk werd op 17 juni 1926 door de gemeenteraad toch nog een andere aannemer gekozen om de werken uit te voeren: de Breendonkenaar Leopold Goossens (die schuin tegenover het gemeentehuis woonde, momenteel Breendonk-Dorp 60, huis familie Andries, pdb). Zijn offerte bedroeg 166.500 fr. Gelukkig was er een som van 150.000 fr ter beschikking als oorlogsschadevergoeding. Pastoor Somers ging ermee akkoord om de werken voor die prijs te laten uitvoeren. Hij zou de rest bijpassen uit eigen zak.
Dank zij pastoor Somers, zijn kunstzin en goede smaak, heeft Breendonk een mooie pastorij gekregen in Vlaamse trapgevelstijl. Het is een van de mooiste gebouwen die de gemeente rijk is.
De pastorij is met een gang verbonden met de sakristie en met de kerk zodat ze er integraal deel van uitmaakt. De mooie ijzeren afsluiting vooraan getuigt van het vakmanschap van de plaatselijke smeden: de gebroeders Vissers.
Bekijk de foto's.
Overgenomen uit Staf Vivijs, Brede Dunc (1981) :
Het plan voor de bouw van de nieuwe pastorij werd in de gemeenteraadszitting van 27 november 1924 aangenomen. De werken werden toevertrouwd aan August Culot uit Londerzeel die de som van 142.000 fr aanrekende, merkelijk minder dan het voorziene budget. Maar Culot kreeg de opdracht dan toch niet want het Ministerie van Landbouw wees J. De Laet uit Ruisbroek bij Brussel aan als aannemer. Die had een som van 135.000 fr voorgesteld. Uiteindelijk werd op 17 juni 1926 door de gemeenteraad toch nog een andere aannemer gekozen om de werken uit te voeren: de Breendonkenaar Leopold Goossens (die schuin tegenover het gemeentehuis woonde, momenteel Breendonk-Dorp 60, huis familie Andries, pdb). Zijn offerte bedroeg 166.500 fr. Gelukkig was er een som van 150.000 fr ter beschikking als oorlogsschadevergoeding. Pastoor Somers ging ermee akkoord om de werken voor die prijs te laten uitvoeren. Hij zou de rest bijpassen uit eigen zak.
Dank zij pastoor Somers, zijn kunstzin en goede smaak, heeft Breendonk een mooie pastorij gekregen in Vlaamse trapgevelstijl. Het is een van de mooiste gebouwen die de gemeente rijk is.
De pastorij is met een gang verbonden met de sakristie en met de kerk zodat ze er integraal deel van uitmaakt. De mooie ijzeren afsluiting vooraan getuigt van het vakmanschap van de plaatselijke smeden: de gebroeders Vissers.
Bekijk de foto's.