Hoogheyde
Zoals de naam al aangeeft, was deze wijk – soms ook Groote Heyde genoemd - een van de vele en grote heideachtige terreinen van ‘Breendonk’, die door de Sint-Bernardsabdij in de 17de en 18de eeuw werden ontgonnen.
Toch moet er al veel vroeger economische activiteit zijn geweest. Met name het Gasthuis van Kalfort, het hospitium aan de brug over de Molenbeek op de weg van Dendermonde naar Mechelen (momenteel parochiehuis van Kalfort), had er al in 1310 een schuur of hoeve: ‘horreum nostrum apud Wachheyke’[1]. In het Landboek van Puderce uit 1668 is er voor die buurt (tussen Wachtingstraat en Hoogheide) sprake van ‘de Gasthuys hoeve’ en diverse percelen ‘oudt landt’ (reeds lang ontgonnen) behorende tot ‘des Gasthuys Goedt’ of ‘tgoedt van den gasthuyse van Calfort.
In 1774 telde het ‘quartier genaemt de Wachtingh’, te weten ‘op de Hoogheijde, Saeghestraet ende daer ontrent’, 43 huizen. Volgens de communicantentelling van 1787 woonden er toen in de Hoogheyde alleen 18 gezinnen met in totaal 87 inwoners.
(ga verder)
[1] Verbesselt, o.c., p. 212.