De Sint-Bernardsabdij van Hemiksem (1627-1797)
Toen de Sint-Bernardsabdij de Vissenholhoeve in beslag nam, was zij al 350 jaar heer en meester in Puurs, waar het gehucht ‘De Wachting’ toen toe behoorde. Puurs was een ‘geestelijke heerlijkheid’. Ze werd dus niet 'beheerd' door een baron, graaf of andere ‘wereldlijke heer’, maar door een ‘geestelijke heer’: de abt van de Sint-Bernardsabdij van Hemiksem. In het midden van de 17de eeuw was dat toevallig ook een échte Puursenaar: Judocus Gillis (°1594, Puurs – †1660, Hemiksem), prior vanaf 1624 en abt van 1647 tot zijn dood.
De Cisterciënzerabdij van Sint Bernards ‘Aen ’t Scheldt’ (gesticht in 1237) had het domein van Puurs in 1278 gekocht van de Abdij van Kornelimünster nabij Aken. Die had het al van in de Karolingische tijd, in de 9de eeuw, in haar bezit. Door de grote afstand was het domein moeilijk te besturen voor Kornelimunster. Daardoor gingen vele gronden en grondrechten verloren. Nadat Sint-Bernards het domein had overgekocht, voerde de abdij een dynamisch en expansief beleid in Puurs en kocht ze stelselmatig de gronden en rechten terug die onder Kornelimünster waren vervreemd. Zo bezat de abdij in Puurs tientallen grote en kleine pachthoven en in totaal meer dan 1600 bunder grond: eigen gronden, cijnsgronden, poortgronden en leengronden.
Door hun krachtdadige herstelpolitiek maakten de abten van Sint Bernards van Puurs opnieuw een uitgestrekt domein waar zij het als geestelijke heren gedurende 500 jaar lang helemaal voor het zeggen hadden. Ze inden de belastingen, bestuurden, spraken recht (de galg stond in de huidige Lichterstraat) en bepaalden zelfs in welke wind- of watermolens mensen hun graan moesten laten malen (wind- en waterrechten).
En vanaf 1627 behoorde dus ook de Vissenholhoeve tot hun bezittingen. Zoals we gezien hebben, breidden ze het areaal van de hoeve uit en maakten ze er een middelgroot pachthof van. Gedurende 170 jaar verhuurden de paters van Sint-Bernards de pachthoeve aan de familie De Wachter en later aan hun aangetrouwde verwanten van de familie De Keersmaecker. Meer daarover later.
Maar dan kwamen de Fransen…
(Ga verder)
Door hun krachtdadige herstelpolitiek maakten de abten van Sint Bernards van Puurs opnieuw een uitgestrekt domein waar zij het als geestelijke heren gedurende 500 jaar lang helemaal voor het zeggen hadden. Ze inden de belastingen, bestuurden, spraken recht (de galg stond in de huidige Lichterstraat) en bepaalden zelfs in welke wind- of watermolens mensen hun graan moesten laten malen (wind- en waterrechten).
En vanaf 1627 behoorde dus ook de Vissenholhoeve tot hun bezittingen. Zoals we gezien hebben, breidden ze het areaal van de hoeve uit en maakten ze er een middelgroot pachthof van. Gedurende 170 jaar verhuurden de paters van Sint-Bernards de pachthoeve aan de familie De Wachter en later aan hun aangetrouwde verwanten van de familie De Keersmaecker. Meer daarover later.
Maar dan kwamen de Fransen…
(Ga verder)