Wachting
De naam Waching komt al voor in 1310, als Wachheijke, en in 1332, als Wachteyke. Judocus Bal heeft het in 1669 in het Landboek van Puurs over ‘Hoeve te Wachtinck omdat men eertijds in troebele tijden hier omtrent de wacht gehouden heeft onder eenen boom, de Wacht-Eyck genaemt’. Tegelijk zegt hij dat de hoeve “wordt gemeynelijk genoemt ‘De schoonste van sevene’, te weten van seven huysen, die hier omtrent plachte te staen”. Eigenlijk gaat het hier om de Vissenholhoeve, zoals ze in het supplement bij het Landboeck uit 1739 effectief wordt genoemd en zoals ze ook in de overlevering bekendstaat. Dat blijkt voldoende uit de kaarten in het Landboek.
De hoeve situeerde zich in het begin van de huidige Zavelstraat, aan de westkant van de straat. Tot de jaren ’80 van de vorige eeuw stonden er nog enkele restanten van de muren van de eeuwenoude hofstede overeind. De naam verwijst mogelijk naar de visvijver die zich ook nu nog in de Wachtingstraat bevindt, al was er ook een (vis)put op de ‘Grote Heide’ (Hoogheide).
De eigenlijke ‘Wachting’ bevond zich vermoedelijk nochtans niet op die plaats, maar wel op de hoek van de huidige Hoge Dreef (Kerfende genoemd aan de grens met Londerzeel) en de Provinciebaan. Daar lag volgens de kaarten in het Landboeck effectief een veld ‘De Wachtink’ en ernaast het ‘Wachtersveld’. Als de verklaring van de naam door Judocus Bal klopt (‘wachtplaats’) dan is deze locatie op de grens van de Londerzeel en Puurs en aan een belangrijke verbindingsweg vanuit Brussel naar Temse daarvoor inderdaad meer voor de hand liggend dan het Vissenhol.
De Wachtingstraat was dan de (lange) weg van de Groenstraat via de hoeve Het Vissenhol en de ‘Sint Bernardsdreve’ (een veldweg even voorbij de Vissenholhoeve en verder via huidige Provinciebaan) naar De Wachting. Soms (bijvoorbeeld op de kaart van Gigault, 1804-1805) kreeg ook de huidige Hoogheide de naam Wachtingstraat. Ook een stuk van de Dendermondse Weg behoorde tot de wijk ‘Wachting’. Dat blijkt uit een akte van de Puurse notaris Aerts uit 1772, waarin de Sint Anna-hoeve werd gesitueerd ‘op de Wachtinck’.[1] De hoeve in kwestie stond langs de zuidzijde van de Dendermondse Weg, recht tegenover het begin van de Haagstraat.
Anderzijds werd de huidige Wachtingstraat soms – bijvoorbeeld in het Landboek - ook de ‘Saegerstraat’ genoemd, mogelijk naar de vele eigendommen die een familie De Saeger er in de 17de en 18de eeuw had. De Wachtinghoeve, alias Vissenholhoeve, werd door Sint Bernaerds trouwens door ‘confiscatie’ overgenomen van Jan De Saeger, in het midden van de 17de eeuw. Ook de huidige Zavelstraat werd soms de ‘Saegerstraat’ genoemd. In 1774 telde het ‘quartier genaemt de Wachtingh’, te weten ‘op de Hoogheijde, Saeghestraet ende daer ontrent’, 43 huizen. In 1787 woonden er in het gehucht ‘De Saegher ofte Wachtingstraete’ alleen 25 gezinnen, met in totaal 127 bewoners.
(ga verder)
[1] Roggeman, Gaston, Notariaat Aerts, Puurs (1735-1789), nr. 1241 dd 16.4.1772.
Zie ook: Chris Apers, De Sint-Annahoeve te Puurs, Vereniging voor Heemkunde in Klein-Brabant, publicatie in voorbereiding.
De hoeve situeerde zich in het begin van de huidige Zavelstraat, aan de westkant van de straat. Tot de jaren ’80 van de vorige eeuw stonden er nog enkele restanten van de muren van de eeuwenoude hofstede overeind. De naam verwijst mogelijk naar de visvijver die zich ook nu nog in de Wachtingstraat bevindt, al was er ook een (vis)put op de ‘Grote Heide’ (Hoogheide).
De eigenlijke ‘Wachting’ bevond zich vermoedelijk nochtans niet op die plaats, maar wel op de hoek van de huidige Hoge Dreef (Kerfende genoemd aan de grens met Londerzeel) en de Provinciebaan. Daar lag volgens de kaarten in het Landboeck effectief een veld ‘De Wachtink’ en ernaast het ‘Wachtersveld’. Als de verklaring van de naam door Judocus Bal klopt (‘wachtplaats’) dan is deze locatie op de grens van de Londerzeel en Puurs en aan een belangrijke verbindingsweg vanuit Brussel naar Temse daarvoor inderdaad meer voor de hand liggend dan het Vissenhol.
De Wachtingstraat was dan de (lange) weg van de Groenstraat via de hoeve Het Vissenhol en de ‘Sint Bernardsdreve’ (een veldweg even voorbij de Vissenholhoeve en verder via huidige Provinciebaan) naar De Wachting. Soms (bijvoorbeeld op de kaart van Gigault, 1804-1805) kreeg ook de huidige Hoogheide de naam Wachtingstraat. Ook een stuk van de Dendermondse Weg behoorde tot de wijk ‘Wachting’. Dat blijkt uit een akte van de Puurse notaris Aerts uit 1772, waarin de Sint Anna-hoeve werd gesitueerd ‘op de Wachtinck’.[1] De hoeve in kwestie stond langs de zuidzijde van de Dendermondse Weg, recht tegenover het begin van de Haagstraat.
Anderzijds werd de huidige Wachtingstraat soms – bijvoorbeeld in het Landboek - ook de ‘Saegerstraat’ genoemd, mogelijk naar de vele eigendommen die een familie De Saeger er in de 17de en 18de eeuw had. De Wachtinghoeve, alias Vissenholhoeve, werd door Sint Bernaerds trouwens door ‘confiscatie’ overgenomen van Jan De Saeger, in het midden van de 17de eeuw. Ook de huidige Zavelstraat werd soms de ‘Saegerstraat’ genoemd. In 1774 telde het ‘quartier genaemt de Wachtingh’, te weten ‘op de Hoogheijde, Saeghestraet ende daer ontrent’, 43 huizen. In 1787 woonden er in het gehucht ‘De Saegher ofte Wachtingstraete’ alleen 25 gezinnen, met in totaal 127 bewoners.
(ga verder)
[1] Roggeman, Gaston, Notariaat Aerts, Puurs (1735-1789), nr. 1241 dd 16.4.1772.
Zie ook: Chris Apers, De Sint-Annahoeve te Puurs, Vereniging voor Heemkunde in Klein-Brabant, publicatie in voorbereiding.