Brouwerij De Drij Koningen: een ‘bolleke’ avant la lettre
De geschiedenis van de brouwerij/herberg De Drij Koningen moet nog nader onderzocht worden, maar de naam wordt alleszins al vermeld in een erfdelingsakte verleden voor notaris Joannes Verheyden te Puurs op 8 augustus 1722.[1] Het gaat over de verdeling van de ‘hoeve De Drij Coningen’ op de Rijweg te Puurs. De hoeve was in het bezit van Guilliam Van Camp (1641-1721) en zijn echtgenote Joanna Wellens. Mogelijk had Guilliam ze geërfd van zijn vader, Jan Van Camp. Die wordt in de fiscale telling van 1702 vermeld als pachter op de Rijweg[2].
In 1722 wordt de hoeve dus verdeeld door de kinderen van Guilliam en Joanna Wellens: Adriaen, Anna (x Jacob Beeckmans), Guilliam, Antoni en Jan. Volgens de overeenkomst krijgen Anna en Guilliam ieder de helft van de hoeve, maar zij verkopen die later door aan Antoni en zijn echtgenote Anna Van Schel. De locatie van de hoeve wordt als volgt beschreven: ten oosten ligt de ‘reybaene’; ten zuiden de Reywegstraet; en ten westen Symon De Muylder. Over enige brouw- of tapactiviteit wordt in 1722 dus (nog) niet gesproken, wat niet noodzakelijk hoeft te betekenen dat ze niet bestond.
Maar in de fiscale telling van 1747 wordt de weduwe Anthoon Van Camp (Anna Van Schel) alleszins wél vermeld als ‘tavernieresse’. Na haar dood wordt De Drij Koningen overgenomen door haar oudste dochter, Johanna Van Camp (° 1714): door uitkoop van haar broers en zusters op 2 november 1763, voor de schepenbank van Puurs. Zestien jaar later, op 8 juni 1779, schenkt Johanna de herberg op haar beurt aan haar nicht, Anna Catharina Van Camp en die haar verloofde, Peter De Keersmaecker, op voorwaarde dat zij effectief met elkaar trouwen en beloven haar te onderhouden (op haar oude dag). De hoeve/herberg wordt dan als volgt omschreven: ‘behuysde hofstede met kamers, kelder, schuere stallinge ende kleyn huysken met de brouwerije, brouwketel ende allen den alaam dier’. Ze grenst in het zuiden aan de heirstraete, in het noorden aan de erfgenamen Roeff en in het westen aan de erven Jan Baptiste Seghers. [3]
[1] Notaris Joannes Verheyden, 8.8.1722 (Bewerking G. Roggeman, akte nr. 1591)
[2] Fiscale tellingen Puurs en Oppuurs 1702 & 1747, bewerking C. Apers
[3] RAA, OGA Puurs, goedenissen 1779, microfilm.
In 1722 wordt de hoeve dus verdeeld door de kinderen van Guilliam en Joanna Wellens: Adriaen, Anna (x Jacob Beeckmans), Guilliam, Antoni en Jan. Volgens de overeenkomst krijgen Anna en Guilliam ieder de helft van de hoeve, maar zij verkopen die later door aan Antoni en zijn echtgenote Anna Van Schel. De locatie van de hoeve wordt als volgt beschreven: ten oosten ligt de ‘reybaene’; ten zuiden de Reywegstraet; en ten westen Symon De Muylder. Over enige brouw- of tapactiviteit wordt in 1722 dus (nog) niet gesproken, wat niet noodzakelijk hoeft te betekenen dat ze niet bestond.
Maar in de fiscale telling van 1747 wordt de weduwe Anthoon Van Camp (Anna Van Schel) alleszins wél vermeld als ‘tavernieresse’. Na haar dood wordt De Drij Koningen overgenomen door haar oudste dochter, Johanna Van Camp (° 1714): door uitkoop van haar broers en zusters op 2 november 1763, voor de schepenbank van Puurs. Zestien jaar later, op 8 juni 1779, schenkt Johanna de herberg op haar beurt aan haar nicht, Anna Catharina Van Camp en die haar verloofde, Peter De Keersmaecker, op voorwaarde dat zij effectief met elkaar trouwen en beloven haar te onderhouden (op haar oude dag). De hoeve/herberg wordt dan als volgt omschreven: ‘behuysde hofstede met kamers, kelder, schuere stallinge ende kleyn huysken met de brouwerije, brouwketel ende allen den alaam dier’. Ze grenst in het zuiden aan de heirstraete, in het noorden aan de erfgenamen Roeff en in het westen aan de erven Jan Baptiste Seghers. [3]
[1] Notaris Joannes Verheyden, 8.8.1722 (Bewerking G. Roggeman, akte nr. 1591)
[2] Fiscale tellingen Puurs en Oppuurs 1702 & 1747, bewerking C. Apers
[3] RAA, OGA Puurs, goedenissen 1779, microfilm.
Nog eens 16 jaar later, in de volkstelling van 1796, staat Peter De Keersmaecker inderdaad vermeld als brouwer op de Rijweg, net als Gillis Speeckaert van De Tinnen Pot. Ondertussen werd ook aan de andere kant van Breendonk bier gebrouwen, in het ‘échte’ Breendonk: de Breendonkstraat.
Ga verder.